VII.214/2 : Vrijstelling van interesten op betalingen uitgevoerd vóór de levering

 

De bepaling

Artikel VII.214/2 :

De consument is ontslagen van de intresten voor het gedeelte van de betalingen vóór de levering van het goed of de dienstverlening, verricht in strijd met de bepalingen van artikel VII.147/5, eerste en vierde lid.

Commentaar

De sanctie betreft de betalingen die de kredietgever zou hebben gedaan voor rekening van de consument aan de verkoper of dienstverlener vóór de levering van het gefinancierde goed of dienst. Dit verbod geldt in zoverre in de overeenkomst melding wordt gemaakt van het te financieren goed of dienst of de kredietgever de kosten van het goed of de dienst rechtstreeks overmaakt aan de verkoper. In uitvoering van artikel VII.91, lid 4, mag een dergelijke betaling pas worden uitgevoerd nadat de kredietgever op de hoogte is gesteld van de levering middels een door de consument ondertekend geschrift.

Draagwijdte van de sanctie

De consument wordt vrijgesteld van de intresten die betrekking hebben op de betalingen uitgevoerd vóór de kennisgeving van de levering. Meestal is de prijs van het goed of de dienst waarvoor het krediet werd toegekend, gelijk aan het kredietbedrag. In dat geval komt de sanctie erop neer dat de verplichtingen van de consument worden verminderd tot de prijs bij contante betaling van het goed of de dienst. Als het betaalde bedrag slechts een deel van het kredietbedrag uitmaakt, zijn slechts intresten verschuldigd op het gedeelte van het krediet dat niet werd gebruikt vóór de kennisgeving.

Back to top