VII.127, § 2 en § 3 : Kredietaanbod
Artikel VII.127, § 2 en 3
Commentaar
Principe
Het mechanisme voor het sluiten van overeenkomsten van hypothecair krediet is meer gedetailleerd dan hetgeen bepaald is voor het consumentenkrediet. De overeenkomst van consumentenkrediet ontstaat pas nadat alle betrokken partijen de overeenkomst ondertekend hebben. Daar waar het mechanisme van de precontractuele fase de verzending naar de consument verbiedt van een overeenkomst op maat die de kredietgever niet zou binden, is de tekst duidelijker voor de hypothecaire kredieten met roerende bestemming: de kredietgever is ertoe gehouden een aanbod voor te leggen dat hem bindt gedurende een minimumduur van 14 dagen. Door de aanvaarding door de consument wordt de overeenkomst dus gesloten. De hypothecaire kredieten met roerende bestemming zijn onderworpen aan de regeling die bepaald is voor het consumentenkrediet. In de praktijk, zelfs al is het mechanisme van het aanbod niet uitdrukkelijk voorzien voor deze kredieten, impliceert de verzending van een kredietovereenkomst die niet ondertekend is door de kredietgever voor deze kredieten noodzakelijk een onherroepelijke verbintenis van de kredietgever om het krediet ter beschikking te stellen van de consument (en dus om de kredietovereenkomst te ondertekenen), eens de overeenkomst door laatstgenoemde ondertekend is (zie de commentaar van artikel VII.78, § 1)
Het mechanisme van het aanbod
Het begrip 'kredietaanbod' wordt omschreven in artikel I.9, 40°: Het kredietaanbod is "de definitieve uitdrukking van de wil van de kredietgever die door de consument enkel nog moet worden aanvaard opdat de overeenkomst zou zijn gesloten". Voor de overeenkomsten van hypothecair krediet met een onroerende bestemming en voor het hypothecair krediet met een roerende bestemming dat gepaard gaat met de vestiging van een hypothecaire zekerheid zijn de kredietgever en de bemiddelaar ertoe gehouden een aanbod voor te leggen voorafgaand aan het sluiten van de kredietovereenkomst.
Dit aanbod kan slechts voorgelegd worden indien alle kosten die door de kredietgever kunnen gekend zijn ook daadwerkelijk worden vermeld en opgenomen in het jaarlijkse kostenpercentage. De memorie van toelichting stelt desbetreffend: "De bedoeling is dat er een soort zorgvuldigheidsplicht wordt gecreëerd in hoofde van de kredietgever om alle beschikbare informatie ook maximaal te verwerken, met inbegrip van bv. de kosten van nevendiensten of aangehechte contracten" (Parl. St., Kamer, Zitting 54, 1685/001, p. 26).
De overhandiging van een aanbod moet worden voorafgegaan door een raadpleging van de Centrale voor Kredieten aan Particulieren (VII.149).
Hoewel het aanbod voor de uitleg :Volgens de definitie van artikel I.9, 53/2° wordt de kredietovereenkomst (steeds) gewaarborgd door een recht op voor bewoning bestemde onroerende goederen of een hypothecaire zekerheid. Het geval dat hier wordt beoogd is dat van een heropname van een krediet dat voorheen werd toegestaan in de vorm van een kredietopening en dat dus later zou worden toegestaan zonder nieuwe hypothecaire inschrijving. hypothecaire kredieten met een roerende bestemming zonder hypothecaire inschrijving niet vereist is, blijft de verplichting om de SECCI te overhandigen (in plaats van de ESIS) van toepassing en kan de consument een herroepingsrecht uitoefenen gedurende een termijn van veertien dagen vanaf het sluiten van de overeenkomst (art.VII.138, § 1).
Inhoud van het aanbod.
Het aanbod vermeldt "alle contractvoorwaarden met inbegrip van een aflossingsplan hetzij van het kapitaal en van de vervallen intrestbedragen, hetzij, bij wedersamenstelling van het kapitaal, de vermelding van het bedrag van de eenmalige terugbetaling van het kapitaal op de eindvervaldag van het krediet". De verplichte inhoud van het aanbod is de verplichte inhoud van de overeenkomst die wordt gedetailleerd in artikel VII.134.
Geldigheidsduur en aanvaarding van het aanbod
De wetsbepaling legt de verplichting op om de geldigheidsduur van het aanbod te vermelden. De tekst verduidelijkt het volgende: "Het kredietaanbod bindt de kredietgever voor minstens veertien dagen, en kan door de consument op elk ogenblik aanvaard worden". De kredietgever kan dus een langere geldigheidsduur bepalen en de aanvaarding door de consument moet plaatsvinden voor het verstrijken van de geldigheidsduur. Om de overeenkomst tot stand te doen komen, moet deze aanvaarding geuit worden volgens de modaliteiten vereist door artikel VII.134, § 1.
De wet voorziet in een herroepingstermijn (VII.138) maar enkel voor de hypothecaire kredieten met een roerende bestemming die niet gepaard gaan met de vestiging van een hypotheek. Voor alle andere overeenkomsten van hypothecair krediet bindt de aanvaarding van het aanbod de consument. Indien hij vervolgens weigert om de kredietovereenkomst uit te voeren, kunnen de door het aanbod bepaalde vergoedingen (binnen de door de wet toegelaten grenzen) gevorderd worden. De wetgever heeft geen gebruik gemaakt van de mogelijkheid bepaald door artikel 14.6. van richtlijn 2014/17/EU : "De lidstaten stellen een termijn van ten minste zeven dagen vast waarin de consument de gelegenheid heeft om aanbiedingen onderling te vergelijken, de gevolgen ervan te beoordelen en een geïnformeerd besluit te nemen". De aanvaarding van het aanbod kan dus gebeuren vanaf de ontvangst ervan door de consument.
.