WER, I (Definities)
BoekI - DEFINITIES
Titel 1 - Algemene definities
Behoudens andersluidende bepaling in titel 2, wordt voor de toepassing van dit Wetboek verstaan onder:
Artikel I.1, 1° - Onderneming
Elke natuurlijke persoon of rechtspersoon die op duurzame wijze een economisch doel nastreeft, alsmede zijn verenigingen.
Artikel I.1, 2° - Consument
Iedere natuurlijke persoon die handelt voor doeleinden die buiten zijn handels-, bedrijfs-, ambachts- of beroepsactiviteit vallen.
Artikel I.1, 3° - Minister
De minister bevoegd voor Economie.
Artikel I.1, 4° - Producten
Goederen en diensten, onroerende goederen, rechten en verplichtingen.
Artikel I.1, 5° - Dienst
Elke prestatie verricht door een onderneming in het kader van haar professionele activiteit of in uitvoering van haar statutair doel.
Artikel I.1, 6° - Goederen
De lichamelijke roerende zaken;
Artikel I.1, 7° - Gedragscode
Een overeenkomst of een aantal niet bij wettelijke, reglementaire of bestuursrechtelijke bepalingen voorgeschreven regels waarin wordt vastgesteld hoe ondernemingen die zich aan de code binden, zich moeten gedragen met betrekking tot een of meer handelspraktijken of bedrijfssectoren.
Artikel I.1, 8° - Lidstaat
Een lidstaat van de Europese Unie of in zoverre het akkoord over de Europese Economische Ruimte het voorziet, een Staat die dit akkoord heeft ondertekend.
Artikel I.1, 9° - Werkdagen
Het geheel van alle kalenderdagen met uitsluiting van de zondagen en wettelijke feestdagen. Als een termijn, uitgedrukt in werkdagen, op een zaterdag afloopt, wordt hij verlengd tot de eerstvolgende werkdag.
Artikel I.1, 10° - Adres
Een geografisch adres en, in voorkomend geval, het elektronisch adres.
Artikel I.1, 11° - Elektronisch adres
Een geheel van elektronische gegevens waarmee een persoon elektronisch kan gecontacteerd worden.
Artikel I.1, 12 - Geografisch adres
Het geheel van geografische gegevens omvattend, in voorkomend geval, het huisnummer, de straat, de postcode en de gemeente waar een persoon een vestiging heeft of gecontacteerd kan worden.
Artikel I.1, 13° - FOD Economie
De Federale Overheidsdienst Economie, K.M.O., Middenstand en Energie.
Titel 2 - Definities eigen aan bepaalde boeken
(...)
Hoofdstuk 4: Definities eigen aan boek VI
Art. I.8, Voor de toepassing van boek VI gelden de volgende definities:
Artikel I.8, 13° - Reclame
Iedere mededeling die rechtstreeks of onrechtstreeks ten doel heeft de verkoop van producten te bevorderen, ongeacht de plaats of de aangewende communicatiemiddelen.
Artikel I.8, 15° - Overeenkomst op afstand
Iedere overeenkomst die tussen de onderneming en de consument wordt gesloten in het kader van een georganiseerd systeem voor verkoop of dienstverlening op afstand zonder gelijktijdige fysieke aanwezigheid van de onderneming en de consument en waarbij, tot op en met inbegrip van het moment waarop de overeenkomst wordt gesloten, uitsluitend gebruik wordt gemaakt van een of meer technieken voor communicatie op afstand.
Artikel I.8, 16° - Techniek voor communicatie op afstand
Ieder middel dat, zonder gelijktijdige fysieke aanwezigheid van onderneming en consument, kan worden gebruikt voor de sluiting van de overeenkomst tussen deze partijen.
Artikel I.8, 18° - Financiële dienst
Iedere dienst van bancaire aard of op het gebied van kredietverstrekking, verzekering, individuele pensioenen, beleggingen en betalingen.
Artikel I.8, 21° - Gezamenlijk aanbod
Het aanbod waarbij de al dan niet kosteloze verkrijging van goederen of diensten gebonden is aan de verkrijging van andere goederen of diensten.
Artikel I.8, 22° - Onrechtmatig beding
Elk beding of elke voorwaarde in een overeenkomst tussen een onderneming en een consument die, alleen of in samenhang met een of meer andere bedingen of voorwaarden, een kennelijk onevenwicht schept tussen de rechten en plichten van de partijen ten nadele van de consument.
Artikel I.8, 23° - Handelspraktijk
Iedere handeling, omissie, gedraging, voorstelling van zaken of commerciële communicatie, met inbegrip van reclame en marketing, van een onderneming, die rechtstreeks verband houdt met de verkoopbevordering, verkoop of levering van een product.
Artikel I.8, 25° - Professionele toewijding
Het normale niveau van bijzondere vakkundigheid en zorgvuldigheid dat redelijkerwijs van een onderneming in haar activiteitsdomein ten aanzien van de consument mag worden verwacht, overeenkomstig de eerlijke handelsgebruiken.
Hoofdstuk5: Definities eigen aan boek VII
Artikel I.9.: Voor de toepassing van boek VII gelden de volgende definities:
Artikel I.9, 34° - Kredietgever
Elke natuurlijke persoon of elke rechtspersoon die, in het raam van zijn handels- of beroepsactiviteiten, een krediet toestaat, met uitzondering van de persoon die een kredietovereenkomst aanbiedt of sluit wanneer deze overeenkomst het voorwerp uitmaakt van een onmiddellijke overdracht of indeplaatsstelling ten gunste van een vergunninghoudende of geregistreerde kredietgever aangewezen in de overeenkomst.
Artikel I.9, 35° - Kredietbemiddelaar
Een rechtspersoon of een natuurlijke persoon die werkzaam is als zelfstandige in de zin van de sociale wetgeving, die niet optreedt als kredietgever en die kredietbemiddelingsactiviteiten uitoefent in het kader van zijn handels- of beroepsactiviteiten, tegen een vergoeding in de vorm van geld of enig ander overeengekomen economisch voordeel.
Wordt hiermee gelijkgesteld de persoon die kredietovereenkomsten aanbiedt of toestaat wanneer deze overeenkomsten het voorwerp uitmaken van een onmiddellijke overdracht of indeplaatsstelling ten gunste van een andere vergunninghoudende of geregistreerde kredietgever aangewezen in de overeenkomst;
Definitie gewijzigd door de wet van 30 juli 2018 houdende diverse bepalingen inzake Economie van kracht op 15 september 2018.
Vorige definitie
een natuurlijke persoon of rechtspersoon die niet optreedt als kredietgever en die in het raam van zijn bedrijfs- of beroepsactiviteiten tegen een vergoeding in de vorm van geld of een ander overeengekomen economisch voordeel:
a) aan consumenten kredietovereenkomsten voorstelt of aanbiedt;
b) consumenten anderszins dan onder a) bedoeld, bijstaat bij de voorbereiding van het sluiten van kredietovereenkomsten;
c) namens de kredietgever met consumenten kredietovereenkomsten sluit. Wordt hiermee gelijkgesteld de persoon die kredietovereenkomsten aanbiedt of toestaat wanneer deze overeenkomsten het voorwerp uitmaken van een onmiddellijke overdracht of indeplaatsstelling ten gunste van een andere erkende kredietgever aangewezen in de overeenkomst;
Artikel I.9, 36° - Verbonden agent
Een kredietbemiddelaar die handelt voor rekening van en onder de volle en onvoorwaardelijke verantwoordelijkheid van:
a) slechts één kredietgever, of
b) meerdere kredietgevers die behoren tot eenzelfde groep.
Artikel I.9, 37° - Kredietmakelaar
Een kredietbemiddelaar, met uitsluiting van een verbonden agent, een subagent of een agent in een nevenfunctie, die zijn bemiddelingsactiviteiten uitoefent buiten elke exclusieve agentuurovereenkomst of elke andere juridische verbintenis die hem verplicht zijn hele productie of een bepaald deel ervan te plaatsen bij een of meerdere kredietgevers.
Artikel I.9, 38° - Groep
Groep kredietgevers die geconsolideerd moeten worden voor de opstelling van de geconsolideerde jaarrekening als omschreven in Richtlijn 2013/34/EU van het Europees Parlement en de Raad van 26 juni 2013 betreffende de jaarlijkse financiële overzichten, geconsolideerde financiële overzichten en aanverwante verslagen van bepaalde ondernemingsvormen.
Artikel I.9, 39° - Kredietovereenkomst
Elke overeenkomst waarbij een kredietgever een krediet verleent of toezegt aan een consument, in de vorm van uitstel van betaling, van een lening, of van elke andere gelijkaardige betalingsregeling.
De overeenkomst waarbij een hypotheek wordt verleend tot zekerheid van een geopend krediet zoals bedoeld in artikel 80, derde lid, van de hypotheekwet van 16 december 1851, wordt niet beschouwd als een kredietovereenkomst in de zin van dit boek voor zover deze overeenkomst geen met dit boek tegenstrijdige bepalingen bevat.
Artikel I.9, 40° - Kredietaanbod
De definitieve uitdrukking van de wil van de kredietgever die door de consument enkel nog moet worden aanvaard opdat de overeenkomst zou zijn gesloten.
Artikel I.9, 41° - Totale kosten van het krediet voor de consument
Alle kosten die de consument moet betalen in verband met de kredietovereenkomst en die de kredietgever bekend zijn, met uitzondering van de notariskosten. Zijn hierin onder meer begrepen:
a) de debetrente;
b) commissielonen en/of vergoedingen die de kredietbemiddelaar ontvangt voor zijn bemiddeling;
c) belastingen;
d) vergoedingen van welke aard ook, onder meer, onderzoekskosten, kosten voor het samenstellen van het dossier en het raadplegen van de bestanden, kosten van beheer, administratie en inning, alle kaartkosten behoudens hetgeen onder f) wordt bedoeld;
e) de kosten betreffende nevendiensten die verbonden zijn aan de kredietovereenkomst, onder meer verzekeringspremies, indien het sluiten van deze dienstenovereenkomst verplicht is om het krediet zelf te verkrijgen of tegen de commerciële bedingen en voorwaarden waaronder het verhandeld wordt;
f) de kosten voor het openen en aanhouden van een specifieke rekening, voor het gebruik van een betaalmiddel voor zowel transacties als kredietopnemingen op die rekening en andere, met betalingstransacties verband houdende kosten, wanneer er een rekening moet worden geopend of aangehouden ter verkrijging van het krediet of ter verkrijging van het krediet onder de geadverteerde voorwaarden. Wanneer de opening van de rekening facultatief zou zijn dan nog moeten bij een consumentenkrediet de kosten voor deze rekening duidelijk en afzonderlijk in de kredietovereenkomst of een andere met de consument gesloten overeenkomst zijn vastgesteld;
g) de schattingskosten van het onroerend goed wanneer dergelijke schatting verplicht is om het gevraagde krediet te verkrijgen;
h) de zekerheidskosten.
De totale kosten van het krediet voor de consument omvatten niet:
a) kosten en vergoedingen die de consument moet betalen wegens niet naleving van een in de kredietovereenkomst opgenomen verbintenis;
b) de andere kosten dan de aankoopprijs die de consument bij het verwerven van goederen of diensten in elk geval moet betalen, ook indien contant wordt betaald;
c) de kosten voor registratie en overschrijving van de overdracht van een onroerend goed.
Artikel I.9, 42° - Jaarlijkse kostenpercentage
Het percentage dat de gelijkheid uitdrukt op jaarbasis, van de geactualiseerde waarden van het geheel van de verbintenissen van de kredietgever (kredietopnemingen) en de consument (aflossingen en totale kosten van het krediet voor de consument), bestaand of toekomstig, en die berekend wordt aan de hand van de elementen die de Koning aanduidt en op de wijze die Hij bepaalt.
Artikel I.9, 43° - Reclame
Iedere mededeling als bedoeld in artikel I. 8, 13°.
Artikel I.9, 44° - Debetrentevoet
De rentevoet, uitgedrukt op jaarbasis en toegepast in een vast of veranderlijk percentage op het gedeelte van het kapitaal dat is opgenomen en berekend aan de hand van de elementen die de Koning, bij een in Ministerraad overlegd besluit, aanduidt en op de wijze die Hij bepaalt, desgevallend met inbegrip van de berekeningsmethode van de hieraan verbonden nalatigheidsinteresten;
"Bij de hypothecaire kredieten met een onroerende bestemming is de debetrentevoet op jaarbasis I het resultaat van de vergelijking:
(1 + i)n = (1 + I),
waarbij i de periodieke rentevoet is en n het aantal periodes begrepen in het jaar.
Artikel I.9, 44/1° - Periodieke rentevoet
De voet, uitgedrukt in percent per periode waartegen de intresten voor dezelfde periode berekend worden.
Artikel I.9, 45°, Vaste debetrentevoet
de debetrentevoet voorzien door een bepaling in de kredietovereenkomst waarbij de kredietgever en de consument voor de volledige duur van de kredietovereenkomst een enkele debetrentevoet of voor deeltermijnen verschillende debetrentevoeten overeenkomen waarvoor uitsluitend een vast specifiek percentage wordt gebruikt;
Artikel I.9, 46° - Verkoop op afbetaling
Elke kredietovereenkomst, ongeacht de benaming of de vorm, welke normaal leidt tot de verkrijging van goederen of levering van diensten, verkocht door de kredietgever of de kredietbemiddelaar bedoeld in 35°, c), laatste zin, en waarvan de prijs betaald wordt door middel van periodieke stortingen.
Artikel I.9, 47° - Financieringshuur
Elke kredietovereenkomst, ongeacht de benaming of de vorm, waarbij de ene partij zich ertoe verbindt de andere het genot van een lichamelijk roerend goed te verschaffen tegen een bepaalde prijs, die de laatstgenoemde zich verbindt periodiek te betalen en waarin, eveneens expliciet of stilzwijgend, een koopaanbod is vervat. Voor de toepassing van deze wet wordt de verhuurder beschouwd als kredietgever, of de kredietbemiddelaar bedoeld in 35°, c), laatste zin.
Artikel I.9, 48° - Lening op afbetaling
Elke kredietovereenkomst, ongeacht de benaming of de vorm, waarbij geld of een ander betaalmiddel ter beschikking wordt gesteld van een consument, die zich ertoe verbindt de lening terug te betalen door periodieke stortingen.
Artikel I.9, 49° - Kredietopening
Elke kredietovereenkomst, ongeacht de benaming of de vorm, waarbij koopkracht, geld of gelijk welk ander betaalmiddel ter beschikking wordt gesteld van de consument, die ervan gebruik kan maken door een of meerdere kredietopnemingen te verrichten onder meer met behulp van een betaalinstrument of op een andere wijze, en die zich ertoe verbindt terug te betalen volgens de overeengekomen voorwaarden.
Als het niet mogelijk is om een wederopneming te doen tenzij mits een voorafgaand akkoord met de kredietgever of mits de naleving van andere voorwaarden dan degene die initieel waren overeengekomen, dan wordt deze wederopneming beschouwd als een nieuwe kredietovereenkomst.
Artikel I.9, 50° - Kredietovereenkomst op afstand
Elke kredietovereenkomst gesloten overeenkomstig artikel I.8, 15° van dit Wetboek.
Artikel I.9, 51° - Geoorloofde debetstand op een rekening
Een uitdrukkelijke kredietopening waarbij een kredietgever een consument de mogelijkheid biedt bedragen op te nemen die het beschikbare tegoed op de hiermee verbonden betaalrekening te boven gaan.
Artikel I.9, 52° - Overschrijding
Een stilzwijgend aanvaarde debetstand waarbij een kredietgever een consument de mogelijkheid biedt bedragen op te nemen die het beschikbare tegoed op zijn betaalrekening of de overeengekomen geoorloofde debetstand op een rekening van de consument te boven gaan.
Artikel I.9, 53° - Hypothecaire zekerheid
Een zekerheid die de volgende vormen kan aannemen:
a) een hypotheek of een voorrecht op onroerend goed of de inpandgeving van een op dezelfde wijze gewaarborgde schuldvordering, of
b) de indeplaatsstelling van één of meer derde personen in de rechten van een schuldeiser die bevoorrecht is op een onroerend goed, of
c) het krediet bedongen met het recht een hypothecaire waarborg te eisen, zelfs indien dit recht in een afzonderlijke akte bedongen is, of
d) het garantiekrediet waarbij aan de borg of garant een hypothecaire waarborg wordt toegekend
Artikel I.9, 53/1° - Hypothecair krediet met een onroerende bestemming
De kredietovereenkomst gewaarborgd door een recht op voor bewoning bestemde onroerende goederen of een hypothecaire zekerheid die bestemd is voor de financiering van het verwerven of behouden van onroerende zakelijke rechten en de ermee verband houdende kosten en belastingen, of de herfinanciering van een dergelijke kredietovereenkomst.
Wordt eveneens beschouwd als een hypothecair krediet met een onroerende bestemming:
a) de kredietovereenkomst niet gewaarborgd door een hypothecaire zekerheid bestemd voor de financiering van het verwerven of behouden van onroerende zakelijke rechten, met uitzondering van de renovatie van een onroerend goed;
b) de kredietovereenkomst bestemd voor het verwerven of behouden van een binnenvaartuig zoals bedoeld in artikel 2, eerste lid, van de wet van 26 maart 2012 betreffende de teboekstelling van binnenvaartuigen andere dan binnenschepen als bedoeld in artikel 271 van Boek II van het Wetboek van Koophandel
Artikel I.9, 53/2° - Hypothecair krediet met een roerende bestemming
De kredietovereenkomst gewaarborgd door een recht op voor bewoning bestemde onroerende goederen of een hypothecaire zekerheid die niet bestemd is voor de financiering van het verwerven of behouden van onroerende zakelijke rechten en de ermee verband houdende kosten en belastingen, of de herfinanciering van een dergelijke kredietovereenkomst.
Artikel I.9, 53/3° - Hypothecair krediet
Krediet dat zowel een hypothecair krediet met een roerende als een onroerende bestemming kan uitmaken.
Artikel I.9, 54° - Consumentenkrediet
Het krediet dat, ongeacht de benaming of de vorm, wordt verstrekt aan een consument en dat geen hypothecair krediet uitmaakt.
Artikel I.9, 55° - Schuldbemiddeling
De dienstverlening, met uitsluiting van het sluiten van een kredietovereenkomst, met het oog op het totstandbrengen van een regeling omtrent de wijze van betaling van de schuldenlast die geheel of ten dele uit een of meer kredietovereenkomsten voortvloeit.
Artikel I.9, 56° - Verwerking van gegevens
de verwerking van persoonsgegevens omschreven in artikel 1, § 2, van de wet van 8 december 1992 tot bescherming van de persoonlijke levenssfeer ten opzichte van de verwerking van persoonsgegevens;
Artikel I.9, 57° - Bestand
Het bestand, omschreven in artikel 1, § 3, van de wet van 8 december 1992 tot bescherming van de persoonlijke levenssfeer ten opzichte van de verwerking van persoonsgegevens.
Artikel I.9, 58 - Verantwoordelijke voor de verwerking
De verantwoordelijke voor de verwerking omschreven in artikel 1, § 4, van de wet van 8 december 1992 tot bescherming van de persoonlijke levenssfeer ten opzichte van de verwerking van persoonsgegevens.
Artikel I.9, 59° - Vestiging van de kredietgever of van de kredietbemiddelaar
De plaatsen waar hij gewoonlijk zijn bedrijf uitoefent of de vestiging van een andere kredietgever of kredietbemiddelaar.
Artikel I.9, 60° - Kapitaal
De schuld in hoofdsom die het voorwerp uitmaakt van de kredietovereenkomst.
Voor de geoorloofde debetstanden op een rekening en de overschrijdingen zonder regeling voor gespreide terugbetaling van de hoofdsom: het door de consument opgenomen bedrag, vermeerderd met de vervallen debetintresten en, in het geval van eenvoudige betalingsachterstand zoals bedoeld in artikel VII.106, § 2, vervallen nalatigheidsinteresten op het bedrag van de overschrijding.
Artikel I.9, 61° - Aflossing van het kapitaal
De wijze van terugbetaling van het kapitaal waarbij de consument zich verbindt tijdens de looptijd van het krediet stortingen te doen die het kapitaal onmiddellijk met de overeenkomstige som verminderen.
Artikel I.9, 62° - Wedersamenstelling van kapitaal
De wijze van terugbetaling van het kapitaal waarbij de consument de verbintenis aangaat om, tijdens de looptijd van de kredietovereenkomst, stortingen te doen die, alhoewel contractueel aangewend voor de terugbetaling van het kapitaal, niet onmiddellijk een overeenkomstige bevrijding tegenover de kredietgever meebrengen. Zij komen slechts in mindering van het kapitaal op de tijdstippen en volgens de voorwaarden die in de overeenkomst of door dit boek bepaald worden.
Artikel I.9, 63° - Verschuldigd blijvende saldo
Het bedrag dat moet gestort worden om het opgenomen kapitaal af te lossen, weder samen te stellen of terug te betalen.
Artikel I.9, 64° - Gelieerde kredietovereenkomst
een kredietovereenkomst waarbij geldt dat:
a) het betreffende krediet uitsluitend dient ter financiering van een overeenkomst voor het verwerven van een bepaald goed of de verrichting van een bepaalde dienst, en
b) die twee overeenkomsten objectief gezien een commerciële eenheid vormen. Een commerciële eenheid wordt geacht te bestaan indien de leverancier of de dienstenaanbieder zelf het krediet van de consument financiert of, in het geval van financiering door een derde, indien de kredietgever bij het voorbereiden of sluiten van de kredietovereenkomst gebruik maakt van de diensten van de leverancier of dienstenaanbieder, dan wel indien bepaalde goederen of de levering van een bepaalde dienst uitdrukkelijk worden vermeld in de kredietovereenkomst;
Artikel I.9, 65° - Kredietbedrag
Het plafond of de som van alle bedragen die op grond van een kredietovereenkomst beschikbaar worden gesteld.
Artikel I.9, 66° - Totale door de consument te betalen bedrag
De som van het kredietbedrag en de totale kosten van het krediet voor de consument, met inbegrip van de te betalen residuele waarde van het goed bij het lichten van de koopoptie in geval van financieringshuur.
Artikel I.9, 67 - FSMA
De Autoriteit voor Financiële Diensten en Markten zoals bedoeld in artikel 44 van de wet van 2 augustus 2002.
Artikel I.9, 68° - Bank
De Nationale Bank van België.
Artikel I.9, 69° - Centrale
De Centrale voor Kredieten aan Particulieren belast met de opdrachten als bedoeld in artikel VII.148.
Artikel I.9, 70° - Nevendienst
Een dienst aangeboden aan de consument in samenhang met de kredietovereenkomst of de betalingsdienst.
Artikel I.9, 71° - Kredietinstelling
De kredietinstelling als bedoeld in artikel 1, § 3, van de wet van 25 april 2014 op het statuut van en het toezicht op kredietinstellingen en beursvennoot-schappen.
Artikel I.9, 72° - Verzekeringsonderneming
De onderneming bedoeld in artikel 5, eerste lid, 1°, van de wet van 13 maart 2016 op het statuut van en het toezicht op de verzekerings- of herverzekeringsondernemingen.
Artikel I.9, 73° - Gereglementeerde onderneming
Een onderneming zoals bedoeld in artikel 1, 7°, van het koninklijk besluit van 21 november 2005 over het aanvullend groepstoezicht op kredietinstellingen, verzekeringsondernemingen, herverzekerings-ondernemingen, beleggingsondernemingen en beheervennootschappen van instellingen voor collectieve belegging in een financiële dienstengroep, en tot wijziging van het koninklijk besluit van 22 februari 1991 houdende het algemeen reglement betreffende de controle op de verzekeringsondernemingen en het koninklijk besluit van 12 augustus 1994 over het toezicht op geconsolideerde basis op kredietinstellingen.
Artikel I.9, 74° - Subagent
De natuurlijke of rechtspersoon die als kredietbemiddelaar handelt voor rekening van en onder de volledige en onvoorwaardelijke verantwoordelijkheid van slechts één kredietbemiddelaar die geen subagent is.
Artikel I.9, 75° -
(...)
Artikel I.9, 76° - Lidstaat van herkomst
a) indien de kredietgever of kredietbemiddelaar een natuurlijk persoon is, de lidstaat waar hij zijn hoofdkantoor heeft;
b) indien de kredietgever of kredietbemiddelaar een rechtspersoon is, de lidstaat waar zijn statutaire zetel is gevestigd of, indien deze rechtspersoon volgens zijn nationale recht geen statutaire zetel heeft, de lidstaat waar zijn hoofdkantoor is gevestigd.
Artikel I.9, 77° - Lidstaat van ontvangst
De lidstaat, die niet de lidstaat van herkomst is, waar de kredietgever of kredietbemiddelaar een bijkantoor heeft of diensten verricht.
Artikel I.9, 78° - Verantwoordelijke voor de distributie
Natuurlijke persoon behorend tot de leiding van een kredietgever, een kredietbemiddelaar of elke werknemer in dienst van dergelijke persoon, die de facto de verantwoordelijkheid heeft op de kredietbemiddelingswerkzaamheid of hierop toezicht uitoefent.
Artikel I.9, 79° - Persoon die in contact staat met het publiek
De andere personen bij een kredietgever of een kredietbemiddelaar die, op welke wijze dan ook, in contact staan met het publiek met het oog op het voorstellen van kredietovereenkomsten of hierover informatie verstrekt.
Artikel I.9, 80° - Wet van 2 augustus 2002
Wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten.
Artikel I.9, 81° - Agenten in een nevenfunctie
de verkopers van goederen en diensten van niet-financiële aard die, bij wijze van nevenactiviteit en voor rekening van een of meer kredietgevers, als bemiddelaar inzake consumentenkrediet optreden;
Artikel I.9, 82° - Wet van 25 april 2014
Wet van 25 april 2014 op het statuut van en het toezicht op kredietinstellingen en beursvennoot-schappen.
Artikel I.9, 83° - Wet van 25 oktober 2016
Wet van 25 oktober 2016 betreffende de toegang tot het beleggingsdienstenbedrijf en betreffende het statuut van en het toezicht op de vennootschappen voor vermogensbeheer en beleggingsadvies.
Artikel I.9, 84° - Kredietwaardigheidsbeoordeling
De evaluatie van de vooruitzichten dat de uit de kredietovereenkomst voortvloeiende verplichtingen tot schuldaflossing worden nagekomen.
Artikel I.9, 85° - Adviesdiensten
Het geven van persoonlijke aanbevelingen aan een consument met betrekking tot een of meer transacties in samenhang met kredietovereenkomsten.
Artikel I.9, 86° - Voorwaardelijke verplichting of garantie
Een kredietovereenkomst die als garantie voor een andere afzonderlijke maar aanvullende transactie fungeert en uit hoofde waarvan het door een onroerend goed gewaarborgde kapitaal slechts wordt opgenomen wanneer zich een of meer in de overeenkomst vermelde gebeurtenissen voordoen.
Artikel I.9, 87° - Gedeelde vermogenskredietovereenkomst
Een kredietovereenkomst waarbij het af te lossen kapitaal is gebaseerd op een contractueel vastgesteld percentage van de waarde van het onroerend goed op het tijdstip van de kapitaalaflossing of -aflossingen.
Artikel I.9, 88° - Koppelverkoop
Het aanbieden of verkopen van een kredietovereenkomst als onderdeel van een pakket met andere onderscheiden financiële producten of diensten waarbij de kredietovereenkomst niet afzonderlijk wordt aangeboden aan de consument.
Artikel I.9, 89° - Gebundelde verkoop
Het aanbieden of verkopen van een kredietovereenkomst als onderdeel van een pakket met andere onderscheiden financiële producten of diensten waarbij de kredietovereenkomst ook afzonderlijk aan de consument beschikbaar wordt gesteld, maar waarbij niet noodzakelijkerwijs dezelfde voorwaarden gelden als wanneer deze in combinatie met de nevendiensten wordt aangeboden.
Artikel I.9, 90° - Kredietovereenkomst in vreemde valuta
Een kredietovereenkomst waarbij het krediet:
a) uitgedrukt wordt in een andere valuta dan die waarin de consument het inkomen ontvangt of de activa aanhoudt waaruit het krediet moet worden terugbetaald; of
b) uitgedrukt wordt in een andere valuta dan die van de lidstaat waar de consument verblijft.
Artikel I.9, 91° - Betalingstermijn
De termijn die besloten ligt tussen:
a) het tijdstip waarop de kredietgever aan de consument ofwel een geldsom of koopkracht ter beschikking stelt, ofwel met het verschaffen van het genot of het leveren van een goed of het verlenen van een dienst een aanvang maakt, en het tijdstip waarop de consument de eerste betaling moet hebben gedaan;
b) twee opeenvolgende tijdstippen waarop de consument een betaling moet hebben gedaan.
Artikel I.9, 92° - Termijnbedrag
Het bedrag van een betaling die de consument aan het einde van iedere betalingstermijn moet hebben gedaan.
Artikel I.9, 93° - Verordening (EU) nr. 2015/751
Verordening (EU) 2015/751 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2015 betreffende afwikkelingsvergoedingen voor op kaarten gebaseerde betalingstransacties.
Artikel I.9, 94° - Kredietbemiddeling
de activiteit die bestaat uit de volgende werkzaamheden:
a) kredietovereenkomsten voorstellen of aanbieden aan consumenten;
b) consumenten bijstaan, anders dan bedoeld in a), om het afsluiten van een kredietovereenkomst voor te bereiden; of
c) kredietovereenkomsten afsluiten met consumenten, hetzij voor rekening van een kredietgever, hetzij voor eigen rekening als deze activiteit wordt uitgeoefend door een kredietgever die geen beroep doet op een kredietbemiddelaar.