Chronologie van het verloop van een krediet dat dient voor de aankoop van een goed of dienst

Wanneer het krediet (onder meer) ertoe strekt een goed of een verrichting van een dienst te verwerven, weten de kredietgever en de bemiddelaar dit of moeten zij dit weten

  • Het doel van het krediet is een vraag die de kredietgever moet stellen aan de consument (VII.69, § 2, 2e lid en VII.126, § 2, 3e lid):De vragenlijst heeft minstens betrekking op het doel van het krediet (…). Het doel van het krediet moet dus worden meegedeeld door de consument (die juist en volledig moet antwoorden) in de vragenlijst.
  • Het doel van het krediet is onontbeerlijk voor de uitvoering van de raadgevingsplicht: de kredietgever en de kredietbemiddelaar zijn ertoe gehouden (…) het krediet te zoeken dat qua soort en bedrag het best is aangepast, rekening houdend met (...) het doel van het krediet (VII.75 en VII.131, §1).
  • Aangezien de vraag moet worden gesteld - en behoudens kwade trouw van de consument - moet de kredietgever weten dat de consument het krediet wil gebruiken om een goed of een dienst te verwerven.

Indien het krediet (uitsluitend of hoofdzakelijk of gedeeltelijk) strekt tot financiering van de verwerving van eenbepaaldgoed of eenbepaalde dienst, moeten dit product of deze dienst en de contante prijs ervanwordenvermeld in de SECCI en in de overeenkomst

  • Deze regel wordt uitdrukkelijk bepaald in de artikelen VII.70, § 1, 5° (SECCI), VII.78, § 3, 2° (contract CK) en VII.134, § 3, 2°(contract HK) en is dus zowel van toepassing inzake hypothecair krediet als inzake consumentenkrediet
  • Met bepaald goed ofbepaalde dienst bedoelt het Wetboek een aankoopverrichting met betrekking tot een welbepaald goed of een welbepaalde dienst waarvan de contante prijs gekend is of gekend kan zijn. Om het duidelijker te verwoorden, vraagt een consument die een krediet aanvraagt om "meubels" te kopen zonder te hebben beslist welke meubels en bij welke leverancier(s), niet een krediet aan voor een bepaald (= specifiek) goed. Zo ook, vraagt een consument die een krediet aanvraagt om een uitgeruste keuken te kopen en te laten installeren waarvan hij de leverancier nog niet gekozen heeft, niet een krediet aan voor een bepaalde dienst.
  • Het betreft een bepaald goed of een bepaalde dienst, onder meer, wanneer:
    • De kredietgever de verkoper is;
    • De verkoper optreedt als kredietbemiddelaar;
    • De consument in het kredietaanvraagformulier het doel van het aangevraagde krediet verduidelijkt heeft met de vermelding van de prijs van het goed (en desgevallend de naam van de verkoper) als antwoord op de vragen van de kredietgever (dit goed verwerven voor die prijs);
    • De consument, spontaan of op verzoek van de kredietgever of de bemiddelaar, een document heeft meegedeeld waaruit de verkoopprijs blijkt (bestek, bestelbon of aankoopfactuur);
    • De kredietgever heeft geëist om de sommen rechtstreeks aan de verkoper te betalen;
    • ...
  • Het bepaalde product of de bepaalde dienst en de contante prijs moeten worden vermeld:
    • Indien dit het enige doel is van het krediet.
    • Indien het één van de doelen is van het krediet.
  • Sanctie: Behoudens achterhouden van informatie van de consument, wordt de ontstentenis van vermelding van het te financieren goed of de te financieren dienst en de contante prijs gesanctioneerd door artikel VII.195: de rechter verklaart de overeenkomst nietig of vermindert de verplichtingen van de consument en dit hoogstens tot de prijs bij contante betaling of tot het ontleende bedrag.

Een krediet met kapitaalaflossing is geschikter om de verwerving van een goed of een dienst te financieren

  • De beroepsbeoefenaars zijn ertoe gehouden (…) het krediet te zoeken dat qua soort en bedrag het best is aangepast, rekening houdend met (...) het doel van het krediet (VII.75 en VII.131, §1).
  • Bij het zoeken van het verantwoorde krediet (responsible lending) dat wordt naar voren geschoven door de richtlijnen 2008/48/EG en 2014/17/EU moet de kredietgever ertoe worden aangezet om niet verder te gaan dan de behoefte die wordt uitgedrukt door de consument en, meer nog, geen kredietbehoefte aan te wakkeren.
  • Consumptiegoederen hebben een beperkte levensduur. Het is dus belangrijk om de duur van het krediet te beperken met de voorzienbare levensduur van het goed. Bij gebreke draagt de beroepsbeoefenaar bij tot het scheppen van een situatie van blijvende schuldenlast die in strijd is met het belang van de consument.
  • De prijs van een dienst moet eveneens worden afgelost om situaties van blijvende schuldenlast en overmatige schuldenlast te vermijden die de gereglementeerde stelsels trachten te bestrijden. De aard van de dienst en het nut ervan in de tijd zijn doorslaggevend.

Veronderstelling 1: de verkoper is de kredietgever of handelt als kredietbemiddelaar

  • Stap nr. 1: na het sluiten van de verkoop, eerst een kredietovereenkomst sluiten
     
    • De verkoopovereenkomst (of de kredietovereenkomst indien het gaat op een verkoop op afbetaling of een financieringshuur) mag niet bepalen dat de betaling contant moet plaatsvinden als geen krediet wordt verkregen ((article VII.84 laatste lid – VII.139, laatste lid).
    • De kredietovereenkomst moet de naam van de verkoper als van de kredietgever of kredietbemiddelaar vermelden (artikel VII.78, § 2, 2° en 4° - VII.134, §2, 3°en 4°) alsook de omschrijving van het gefinancierde goed of de gefinancierde dienst (artikel VII.78, § 3, 2° - VII.134, § 2, 2°).
    • Er mag geen enkele verbintenis worden getekend ten aanzien van de verkoper en geen enkele betaling worden uitgevoerd zolang de kredietovereenkomst niet is ondertekend door de consument (artikel VII.84 - VII.139).
    • Verbod op levering van een goed of dienstverlening voordat de kredietovereenkomst is ondertekend (artikel VII.91 [CK] - VII.147/5 [HKRB).
       
  • Stap nr. 2: het goed leveren of de dienst verstrekken
     
    • De verplichtingen van de consument op basis van de kredietovereenkomst krijgen pas uitwerking vanaf de levering van het goed of het verstrekken van de dienst (artikel VII.91 – VII.147/5); bij verkoop of dienstlevering met opeenvolgende uitvoeringen, krijgen de verplichtingen uitwerking vanaf de aanvang van de leveringen van het goed of de verlening van de dienst en houden ze op te werken wanneer deze onderbroken worden.
    • Ondertekening van het leveringsbewijs door de consument (op papier of op een andere duurzame drager dat door de consument gedagtekend en ondertekend moet zijn) (artikel VII.91 – VII.147/5).
    • Kennisgeving van levering door de verkoper aan de kredietgever en betaling van de prijs aan de verkoper. Het bedrag van de kredietovereenkomst mag pas aan de verkoper of dienstverlener worden overhandigd na kennisgeving van de levering van het goed of de dienstverlening aan de kredietgever.
    • De krachtens de kredietovereenkomst verschuldigde rente gaat pas in op de dag van deze kennisgeving (artikel VII.91- VII.147/5). Indien de verkoper zelf de kredietgever is, mag hij pas met de kredietovereenkomst aanvangen na ontvangst van het leveringsbewijs.
  • Herroeping?
    • De consument kan een herroepingsrecht uitoefenen voor het contract voor de verkoop van goederen of diensten onder de voorwaarden voorzien in Boek VI, WER (verkoop op afstand - VI.47 -buiten verkoopruimten gesloten overeenkomst - VI.67). De herroeping van de verkoopovereenkomst beëindigt de gelieerde kredietovereenkomst (VII.92 - VII.147/6).
    • De consument heeft het recht van de kredietovereenkomst af te zien middels een aangetekend schrijven verzonden binnen een termijn van 14 werkdagen te rekenen vanaf de dag van de ondertekening van de overeenkomst (artikel VII.83 – VII.138).
    • De verzaking van de kredietovereenkomst impliceert de facto de verzaking aan de verkoopovereenkomst of de overeenkomst voor de dienstverlening en alle aangehechte overeenkomsten (artikel VII.83 – VII.138).
    • Indien de levering reeds heeft plaatsgevonden, is de consument gehouden gelijktijdig de ontvangen bedragen of goederen terug te geven, en de voor de kredietopnemingsperiode verschuldigde rente berekend volgens het overeengekomen jaarlijkse kostenpercentage te betalen (artikel VII.83 – VII.138).
  • Tegenwerpbaarheid aan de kredietgever van de verweermiddelen voortvloeiend uit de verkoop of de dienstverlening
    • Bij de verkoop of dienstverlening met opeenvolgende uitvoeringen houden de verplichtingen van de consument op wanneer deze worden onderbroken (artikel 92, eerste lid).
    • Indien de verkoper de kredietgever is, kan de consument tegen zijn medecontractant alle verweermiddelen inroepen voortvloeiend uit de verkoop en de kredietovereenkomst.
    • Indien de verkoper slechts kredietbemiddelaar is, kan de consument tegen de kredietgever enkel verweermiddelen inroepen voortvloeiend uit de verkoop of de dienstverlening op voorwaarde dat het een “gelieerde” kredietovereenkomst betreft. De uitoefening van dat recht is bovendien onderworpen aan verschillende voorwaarden.

Veronderstelling 2: de verkoper is geen kredietgever of kredietbemiddelaar, maar de verkoopovereenkomst (dienstverleningsovereenkomst) is gesloten onder de opschortende voorwaarde van het verkrijgen van een krediet

De verkoper over het algemeen het goed pas levert of de dienst pas verleent tegen betaling. De kredietgever mag het kredietbedrag echter pas na ontvangst van het leveringsbewijs overhandigen. Daaruit volgt dat de hier besproken veronderstelling slechts van toepassing is in zoverre dat a) de consument de verkoper betaalt en b) de verkoper aanvaardt te leveren zonder te worden betaald.

  • ondertekening van de verkoopovereenkomst (dienstverleningsovereenkomst)
    • De consument tekent de overeenkomst met de leverancier en informeert hem over het feit dat de aankoop afhangt van de opschortende voorwaarde van de toekenning van een krediet. De voorwaarde kan stilzwijgend zijn, maar de voorzichtige consument (die er ook op bedacht is een bewijs van deze modaliteit te bewaren) doet deze in de overeenkomst opnemen, indien nodig middels een handgeschreven vermelding voor de handtekening.
    • De verkoopovereenkomst en/of kredietovereenkomst mag niet bepalen dat de betaling contant moet gebeuren indien geen krediet wordt verkregen (per definitie, aangezien er een opschortende voorwaarde is).
    • De verkoper mag aan de consument de betaling van een voorschot vragen (VII.84 is niet van toepassing omdat de verkoper niet optreedt als kredietgever of bemiddelaar).
    • Zolang de kredietovereenkomst niet door alle partijen is ondertekend, mag geen enkele betaling plaatsvinden, noch door de kredietgever aan de consument, noch door de consument aan de kredietgever (artikel VII.84 laatste lid – VII.139, laatste lid)
    • Het goed mag worden geleverd en de dienst verleend voordat de kredietovereenkomst is ondertekend (op eigen risico van de verkoper aangezien er een verplichting tot teruggave is indien het krediet niet wordt verkregen).
    • Het zoeken van een krediet is een middelenverbintenis voor de consument.
  • een kredietovereenkomst ondertekenen

De kredietovereenkomst moet het te financieren goed of de te financieren dienst vermelden (artikel VII.78, § 3, 2° - VII.134, § 3, 2°).

  • het goed leveren of de dienst verstrekken
      • Indien het goed mag worden geleverd en de dienst mag worden verstrekt voordat de kredietovereenkomst wordt ondertekend, krijgen de plichten van de consument jegens de kredietgever pas uitwerking bij de levering van het goed of het verstrekken van de dienst (artikel VII.91 - VII.147/5); bij de verkoop of dienstverlening met opeenvolgende uitvoeringen, krijgen de verplichtingen uitwerking vanaf de aanvang van de leveringen van het goed of de verlening van de dienst en houden ze op te werken wanneer deze onderbroken worden.
      • Ondertekening van het leveringsbewijs door de consument aan de kredietgever (een geschrift, onder meer een leveringsbewijs, dat door de consument gedagtekend en ondertekend moet zijn) (artikel VII.91 - VII.147/5).
      • Indien, in de praktijk, de verkoper het goed enkel tegen betaling levert, kan de verrichting enkel plaatsvinden indien de kredietgever rechtstreeks betaalt (veronderstelling die hierna wordt uitgelegd).
  • Herroeping ?
    • De consument heeft het recht van de verkoop af te zien onder de voorwaarden bepaald in het boek VI, WER (artikel VI.47 - artikel VI.37). De consument kan een herroepingsrecht uitoefenen voor het contract voor de verkoop van goederen of diensten onder de voorwaarden voorzien in Boek VI, WER (verkoop op afstand - VI.47 -buiten verkoopruimten gesloten overeenkomst - VI.67). De herroeping van de verkoopovereenkomst beëindigt de gelieerde kredietovereenkomst (VII.92 - VII.147/6).
    • De consument heeft het recht van de kredietovereenkomst af te zien door aangetekend schrijven verzonden binnen een termijn van 14 werkdagen te rekenen vanaf de dag van de ondertekening van de overeenkomst (artikel VII.83 – VII.138). De verzaking aan de kredietovereenkomst impliceert, in principe, niet de ontbinding van de verkoopovereenkomst waarvan de opschortende voorwaarde betrekking had op het verkrijgen van een krediet. De consument blijft dus gehouden aan de uitvoering van de verkoopovereenkomst.
    • De verzaking van de kredietovereenkomst impliceert de facto de verzaking aan de nevendiensten (artikel VII.83 – VII.138).
       
  • Tegenwerpbaarheid aan de kredietgever van de verweermiddelen voortvloeiend uit de verkoop of de dienstverlening
    • Behoudens bijzondere omstandigheden, zijn de verweermiddelen uit de verkoops- of dienstverleningsovereenkomst niet door de consument aan de kredietgever tegenwerpbaar.

Veronderstelling 3: de verkoper is niet de kredietgever of de kredietbemiddelaar, maar het kredietbedrag wordt rechtstreeks door de kredietgever aan de verkoper betaald

  • Stap nr. 1: ondertekening van de verkoopovereenkomst (dienstverleningsovereenkomst)
    • De consument ondertekent de overeenkomst met de leverancier
    • De verkoper mag aan de consument de betaling van een voorschot vragen
    • Zolang de kredietovereenkomst niet door alle partijen is ondertekend, mag geen enkele betaling plaatsvinden, noch door de kredietgever aan de consument, noch door de consument aan de kredietgever (artikel VII.84– VII.139)
    • Het goed wordt niet geleverd vóór de ondertekening van de kredietovereenkomst, aangezien de kredietgever het bedrag van het krediet pas vrijgeeft na ontvangst van het leveringsbewijs.
  • Stap nr. 2: een kredietovereenkomst ondertekenen
    • De kredietovereenkomst moet het te financieren goed of de te financieren dienst vermelden (artikel VII.78, § 2, 7° - VII.134, § 3, 2°)).
  • Stap nr. 3: het goed leveren of de dienst verstrekken
    • De plichten van de consument jegens de kredietgever krijgen pas uitwerking bij de levering van het goed of het verstrekken van de dienst (artikel VII.91 - VII.147/5); bij de verkoop of dienstverlening met opeenvolgende uitvoeringen, krijgen de verplichtingen uitwerking vanaf de aanvang van de levering van het goed of de verlening van de dienst en houden ze op te werken wanneer deze onderbroken worden.
    • Ondertekening van het leveringsbewijs door de consument (op een papier of op een ander duurzame drager) (artikel VII.84) en overhandiging van dit bewijs door de verkoper aan de kredietgever.
  • Herroeping ?
    • De consument heeft het recht van de kredietovereenkomst af te zien middels een aangetekend schrijven verzonden binnen een termijn van 14 werkdagen te rekenen vanaf de dag van het sluiten van de kredietovereenkomst (artikel VII.83 – VII.138).
    • De verzaking aan de kredietovereenkomst impliceert niet de ontbinding van de verkoopovereenkomst die de consument, in principe, nog steeds moet uitvoeren (uitzonderingen : verkoop op afstand of buiten de verkoopruimten).
  • Tegenwerpbaarheid aan de kredietgever van de verweermiddelen voortvloeiend uit de verkoop of de dienstverlening

Behoudens bijzondere omstandigheden, zijn de verweermiddelen uit de verkoops- of dienstverleningsovereenkomst niet door de consument aan de kredietgever tegenwerpbaar.

Veronderstelling 4: de verkoper is niet de kredietgever of kredietbemiddelaar en de consument betaalt de koopprijs aan de verkoper zonder tussenkomst van de kredietgever, verkoop zonder opschortende voorwaarde of rechtstreekse betaling aan de verkoper

In deze veronderstelling is de koop die met de consument wordt gesloten een zuivere verkoop. Aangezien het kredietbedrag slechts aan de consument ter beschikking wordt gesteld als hij het leveringsbewijs afgeeft, moet de consument vaak zijn aankoop voorfinancieren met eigen spaargeld en dat vervolgens door de kredietgever laten terugbetalen. De kredietverrichting blijft in dat geval zonder specifiek gevolg op de verkoopovereenkomst.

Back to top