Overmaking van de gegevens verzameld voor een gereglementeerd krediet

Wat persoonsgegevens betreft, maakt de wetgever zich vooral zorgen over de circulatie en de centralisatie van de gegevens. Aan de ene kant legt het WER de kredietgever en de kredietmakelaar de verplichting op om alle gegevens te verzamelen die noodzakelijk zijn om de geschiktheid van een krediet te beoordelen. Aan de andere kant beperkt het wetboek de circulatie van de gegevens tot een kleine groep die uit welbepaalde derde partijen bestaat en de gegevens voor welbepaalde doeleinden gebruikt. Elk ander gebruik van de gegevens is verboden.

De persoonsgegevens moeten bijgevolg de interne bestanden van de beroepsbeoefenaars niet verlaten. De externe bestanden (de bestanden die aan derden overgemaakt mogen worden), mogen slechts de gegevens bevatten die op beperkende wijze in de wet zijn opgesomd. Dit wordt geregeld in de eerste onderafdeling, getiteld Overmaking van de gegevens (VII.116 tot VII.119 [CK] en VII.147/32 tot VII.147/35 [HK]). Deze bepalingen specificeren de regels met betrekking tot externe bestanden die slechts bepaalde gegevens mogen bevatten en die slechts voor bepaalde doeleinden aan bepaalde derden mogen worden doorgegeven.

Back to top