Artikel XV.2 :

§ 1. Onverminderd de bevoegdheden van de politieambtenaren van de lokale en federale politie, zijn de door de minister aangestelde ambtenaren bevoegd om de inbreuken op dit Wetboek op te sporen en vast te stellen. Deze ambtenaren kunnen de in deze titel bepaalde bevoegdheden uitsluitend uitoefenen ter opsporing en vaststelling van inbreuken op de bepalingen van dit Wetboek en zijn uitvoeringsbesluiten, met uitzondering van de bepalingen opgenomen in Boek IV en de uitvoeringsbesluiten ervan.
§ 2. De door deze ambtenaren opgestelde processen-verbaal hebben bewijskracht tot het bewijs van het tegendeel.
Een afschrift van het proces-verbaal wordt binnen dertig dagen na vaststelling van de inbreuk aan de overtrederbij een aangetekende zending met ontvangstmeldingbetekend of hem overhandigd. Het proces-verbaal kan ook per fax of elektronische post worden meegedeeld. Indien geen reactie volgt op de mededeling per fax of elektronische post wordt deze via aangetekende zending met ontvangstmelding opgestuurd. Bij gebreke daarvan kan de vermoedelijke overtreder te allen tijde een afschrift verkrijgen bij de bevoegde administratie.
Wanneer de overtreder niet kan worden geïdentificeerd op de dag van de vaststelling van de inbreuk begint de termijn van dertig dagen te lopen op de dag waarop de ambtenaren bedoeld in paragraaf 1 de vermoedelijke dader van de inbreuk met zekerheid konden identificeren.

Back to top