Artikel VII.86, § 3

§ 3. De kredietovereenkomst kan bepalen dat de debetrentevoet wordt gewijzigd binnen de perken van de artikelen VII. 78, § 2, 7°, en VII. 94. Onverminderd artikel VII.94, §§ 1 en 3, kunnen de kredietovereenkomsten, met uitzondering van de kredietopening, slechts de veranderlijkheid van de debetrentevoet voorzien in de gevallen en volgens de regelen bepaald in de artikelen VII.143 en VII.144.
De kredietopening kan bepalen dat de kosten verbonden aan diensten bestaande uit het opnemen van contanten via een geldautomaat, wanneer zij niet worden opgenomen in het jaarlijkse kostenpercentage, eenzijdig worden gewijzigd. In geval van wijziging van deze kosten heeft de consument het recht om de kredietopening kosteloos op te zeggen binnen een termijn van twee maand vanaf de kennisgeving van de wijziging. De bepalingen van artikel VII. 15, § 1, zijn overeenkomstig van toepassing. Deze wijziging kan gedurende de looptijd van de kredietopening slechts eenmaal geschieden en de initieel voorziene kosten kunnen maximaal met 25 pct. worden verhoogd. De Koning kan voor deze kosten een berekeningsmethode en een maximum bepalen.

Back to top