VII.214/3 : Sanctie voor betalingen vóór het sluiten van een gelieerde kredietovereenkomst

 

De bepaling

Artikel VII.214/3 :

De niet-naleving van de bepalingen van artikel VII.139, eerste lid, verleent de consument het recht de nietigverklaring van de koop- of dienstverleningsovereenkomst te vorderen en van de verkoper of dienstverlener, de terugbetaling te vorderen van de door hem reeds verrichte betalingen.

Commentaar

Artikel VII.214/3 verbiedt om verplichtingen van de consument te doen ontstaan vóór het sluiten van de kredietovereenkomst jegens een verkoper van een goed of een dienst waarvan de prijs geheel of gedeeltelijk wordt betaald middels een krediet. Dit artikel verbiedt ook elke betaling van de consument aan de verkoper vóór het sluiten van de kredietovereenkomst. De toepassingsvoorwaarde van het verbod is het feit dat de verkoper de kredietgever of de kredietbemiddelaar is bij het sluiten van de kredietovereenkomst. De hypothese die artikel VII.214/3 beoogt, is dus niet de situatie waarin de consument aan de verkoper zijn bedoeling tot kredietaanvraag signaleert zonder dat het verkrijgen van het krediet in de overeenkomst wordt opgenomen als een opschortende voorwaarde. In dat geval, en behoudens het bewijs dat de verkoper is tussengekomen als bemiddelaar, zal het voor de consument zeer moeilijk zijn om de verkoop in vraag te stellen.

Draagwijdte van de sanctie

Artikel VII.214/3 geeft de consument het recht de nietigverklaring van de verkoopovereenkomst te eisen en dus de terugbetaling van de reeds betaalde bedragen.

Back to top