VII.206 : Vrijstelling van de borg

 

De bepaling

Artikel VII.206 :

De steller van een zekerheid wordt vrijgesteld van elke verplichting indien hij niet overeenkomstig artikel VII. 109, § 1, voorafgaandelijk een exemplaar van het kredietcontract heeft ontvangen.

Commentaar

Deze bepaling beoogt de naleving te garanderen van de plicht van de kredietgever en de bemiddelaar om aan de persoon die een persoonlijke zekerheid stelt en in het bijzonder aan de borg, een exemplaar van de kredietovereenkomst te overhandigen voordat zij zich verbinden. Deze vereiste is voorzien in artikel VII.109, eerste lid, waarin wordt gesteld dat: de kredietgever dient de borg en, desgevallend, de steller van een zekerheid in kennis te stellen van de totstandkoming van de kredietovereenkomst, alsmede hem voorafgaandelijk op de hoogte te stellen van elke wijziging van deze overeenkomst. Artikel VII.205bepaalt dat de inbreuk op deze bepaling de borg vrijstelt van elke verplichting. De verbintenis is niet nietig, maar de kredietgever zal de uitvoering ervan niet kunnen vorderen.

Back to top