VII.210 : Sancties voor fouten bij de uitoefening van de activiteit

 

De bepaling

Artikel VII.210 :

De verplichtingen van de consument zijn van rechtswege beperkt tot het opgenomen kredietbedrag wanneer :
1° de kredietgever een kredietovereenkomst toegezegd heeft tegen een percentage dat hoger ligt dan het percentage dat de Koning met toepassing van artikel VII.147/9 heeft vastgesteld;
2° de kredietgever de bepalingen bedoeld in artikel VII.147/29, §§ 1 tot 3 niet heeft nageleefd of miskend;
3° de overdracht van de overeenkomst ofwel de overdracht of de indeplaatsstelling in de rechten voortvloeiend uit een kredietovereenkomst, gebeurd is zonder inachtneming van de in artikel VII.147/17 gestelde voorwaarden;
4° een kredietovereenkomst is gesloten :
a) door een niet-vergunde of niet-geregistreerde kredietgever conform de geldende wettelijke of reglementaire bepalingen op het moment van de kredietverlening;
b) door een kredietgever die voorheen afstand had gedaan van die registratie of vergunning;
c) door bemiddeling van een niet-ingeschreven kredietbemiddelaar conform de geldende wettelijke of reglementaire bepalingen op het moment van de kredietverlening;
d) door een kredietgever wiens vergunning of registratie was geschrapt, herroepen of opgeschort, of die een verbod had opgelopen op grond van artikel XV.67/3;
e) door bemiddeling van een kredietbemiddelaar wiens inschrijving voorheen was geschrapt of opgeschort, of die een verbod had opgelopen op grond van artikel XV.68.
In deze gevallen behoudt de consument het voordeel van de betaling in termijnen.

De bepaling onder 4° van het eerste lid is niet van toepassing wanneer :
1° de betrokken kredietgever een kredietinstelling, een instelling voor elektronisch geld, een betalingsinstelling die ressorteert onder het recht van een andere EER-lidstaat, of een financiële instelling als bedoeld in artikel 332 van de wet van 25 april 2014 is, die krachtens haar nationaal recht gemachtigd is om hypothecaire kredietovereenkomsten te verlenen in haar lidstaat van herkomst en die haar activiteit in België uitoefent via de vestiging van een bijkantoor of in het kader van het vrij verrichten van diensten zonder dat de ter zake door de toepasselijke Europese richtlijnen opgelegde formaliteiten zijn vervuld;
2° wanneer de betrokken kredietbemiddelaar een bemiddelaar inzake hypothecair krediet is als bedoeld in artikel VII.183, § 2, en de ter zake door de toepasselijke Europese richtlijnen opgelegde formaliteiten niet zijn vervuld.

Commentaar

Artikel VII.210 beteugelt bepalingen die eerder zijn ingegeven door de bescherming van de economische openbare orde dan door die van de individuele consument.

De bepaling bestraft eerst de kredietgever die de activiteit uitoefent terwijl hij niet meer vergund of geregistreerd is of die werkt met bemiddelaars die niet meer ingeschreven zijn. De sanctie is radicaal vermits zij van rechtswege uitwerking heeft en de consument volledig wordt bevrijd van de betaling van de interesten en kosten voor de duur van de kredietovereenkomst. De sanctie beoogt eveneens de kredietgever die een rentevoet hanteert die de door de Koning bepaalde maxima overschrijdt en de overdracht van de overeenkomst van hypothecair krediet met een roerende bestemming aan een niet-vergunde kredietgever (VII.147/17)

Verrassender is dat de sanctie van rechtswege uitwerking krijgt in geval van schending van artikel VII.147/29, §§ 1 tot 3. Deze bepaling beoogt in werkelijkheid de kredietbemiddelaar die een kredietaanvraag heeft ingediend voor een consument waarvan hij moest weten dat deze niet kredietwaardig was, die een kredietaanvraag heeft opgesplitst of die niet alle kredietaanvragen heeft bekendgemaakt die hij heeft ingediend in de loop van de twee manden voorafgaand aan de aanvraag. Deze sanctie wordt bekritiseerd (D’HAEN P., «Le nouveau régime des sanctions du crédit hypothécaire à but mobilier», in Le crédit hypothécaire au consommateur. Etat de la question, Larcier 2017, p. 460) en benadrukt in ieder geval het belang van de omkadering van de activiteit van de kredietbemiddelaars door de kredietgevers die aansprakelijk worden gehouden voor fouten die niet door hun toedoen zijn gebeurd.

Back to top