Variabele rentevoet

 

 

 

Definitie

Het WER geeft geen definitie van de variabele debet rentevoet. Het betreft een rentevoet die in de kredietovereenkomst niet kan worden aangeduid door een cijfer gezien deze niet gekend is op het ogenblik van het sluiten van de overeenkomst. De variabele rentevoet is dus een rentevoet die door een aleatoir element wordt bepaald dat verhindert dat het cijfer ervan wordt verduidelijkt in de overeenkomst.

Deveranderlijkheid van de rentevoet in de gereglementeerde kredieten wordt toegelaten voor alle overeenkomsten ongeacht of het gaat om een consumentenkrediet, hypothecair krediet met roerende of onroerende bestemming.

De principe regels die van toepassing zijn in geval van een variabele rentevoet

De veranderlijkheid wordt omkaderd door de artikelen VII.86, §§ 3 tot 6 (CK) en VII.143, §§ 2 tot 6 die een geheel van regels opleggen:

  1. de veranderlijkheid is maar mogelijk in zoverre deze door een uitdrukkelijke bepaling in de overeenkomst wordt voorzien (zie commentaar op de artikelen VII.86, § 3 en VII.143, § 3.
  2. de veranderlijkheid van de debet rentevoet moet gedetailleerd worden in de overeenkomst en moet de eventuele indices, de referentierentevoeten, de periodes, de voorwaarden en de procedure voor de wijziging van de rentevoet verduidelijken. Zie de commentaar op de artikelen VII.78, § 2, 7° (CK) en artikel VII.134, § 2, 7° (HK).In geen geval (zelfs voor de openingen voor consumentenkredieten) mag de wijzigingarbitrair zijn.De FOD Economie verwijst in dit kader naar het arrest van het HvJ van 26 februari 2015 in de zaak Matei C 143/13 en het arrest van30 april 2014 in de zaak Arpad Kasler C-26/13. Dit geldt in het bijzonder voor de opening van overeenkomsten van consumentenkrediet.
  3. De veranderlijkheid van de consulmetenkredietovereenkomsten :
    1. voor alle consumentenkredieten, behalve voor de kredietopeningen, mag de debetrentevoet slechts variëren binnen de voorwaarden en volgens de regels die door de artikelen VII.143 en VII.144 voor het hypothecair krediet worden opgelegd. pDe veranderlijkheid moet verband houden met de schommelingen van de referte-index in functie van de duur van de veranderlijkheidsperiodes van de veranderlijkheid van de debet rentevoet. De lijst en de berekeningswijze van de referte-index worden bepaald door de Koning (zie de commentaar op art. VII.143 en het Koninklijk Besluit van 14 september 201614 september 2016 en de commentaar op de artikelen 7 tot 10 van het voormelde Koninklijk Besluit 7 tot 10 van het voormelde Koninklijk Besluit).
    2. voor de kredietopeningen, beschikt de kredietgever over de vrije keuze voor de referte-index en kan dus de referte-indexen die beoogd worden door art.VII.143 spreiden. De kredietgever blijft niettemin gehouden om de berekeningswijze en dus de objectieve elementen die een wijziging van de rentevoet met zich kunnen meebrengen en de berekening van de veranderlijkheid te verduidelijken in de overeenkomst (zie de commentaren op de artikelenVII.86, § 3 en VII.143, § 3).
  4. de veranderlijkheid van de hypothecaire kredieten: voor de hypothecaire kredieten, wordt de berekening van het bedrag van de debetrente gerekend met de periodieke rentevoet(VII.142). Voor alle hypothecaire kredietovereenkomsten , hierbij inbegrepen de opening van een hypothecair krediet met roerende bestemming, kan de veranderlijkheid van de periodieke rentevoet zich maar slechts voordoen op basis van de referte-indexen die door de Koning zijn vastgesteld.
  5. Iedere verlaging van het maximale jaarlijkse kostenpercentage en, in voorkomend geval, van de maximale kredietkosten is onmiddellijk van toepassing op de lopende kredietovereenkomsten die, binnen de perken van deze wet, de veranderlijkheid van het jaarlijkse kostenpercentage of de debetrentevoet voorzien(VII.94, § 3, al. 2 en VII.147/9, § 3, al.2).
  6. de veranderlijkheid van de rentevoet moet het voorwerp uitmaken van een voorafgaandelijke of periodieke mededeling aan de consument (zie de commentaren op de artikelenVII.86, en VII.143).
  7. Artikel VII.86, § 5 voorziet een bescherming voor de consument wanneer het een kredietopening voor bepaalde duur gesloten voor een termijn van meer dan één jaar betreft. In dit geval en wanneer de wijziging van de debetrentevoet meer dan 25 pct bedraagt van de aanvankelijk of voorheen overeengekomen rentevoet, mag de consument de overeenkomst voortijdig beëindigen binnen de perken van de modaliteiten zoals nader bepaald onder art. VII.98, m.a.w. kosteloos en met onmiddellijke ingang, tenzij de overeenkomst een opzegtermijn voorziet die niet meer dan één maand bedraagt.
  8. Geen enkele wederbeleggingsvergoeding mag worden gevorderd voor een consumentenkrediet indien de aflossing valt in een termijn waarvoor geen vaste debetrentevoet geldt (VII.97, § 2, 4°). Deze regel bestaat niet voor hypothecaire kredietovereenkomsten.
Back to top