Regularisatie
Deze term wordt niet voorzien in de definities van het WER. De regularisatie van een kredietovereenkomst wordt gedefinieerd in art. 1, 2°, van het KB van 23 maart 2017 tot regeling van de Centrale voor Kredieten aan Particulieren.
Het wordt gedefinieerd als de toestand van de geregistreerde kredietovereenkomst waarbij:
- ofwel de voorwaarden van het gebruik en, naargelang het geval, van de aflossing, de wedersamenstelling of de terugbetaling van het krediet opnieuw worden nageleefd;
- ofwel een bedrag is terugbetaald dat overeenstemt met het bedrag in hoofdsom dat moet worden gestort om het kapitaal af te lossen, terug te betalen of weder samen te stellen, vermeerderd met het bedrag van de vervallen en niet-betaalde totale kosten van het krediet voor de consument in zoverre deze kosten betaalbaar zijn aan de kredietgever, aan de kredietbemiddelaar of aan een door hen aangewezen derde- en, in voorkomend geval, het bedrag van de nalatigheidsintrest, de straffen, de schadevergoedingen en de kosten;
- ofwel de kredietgever niet overgaat tot de uitvoering van maatregelen ter invordering van het opeisbaar gestelde krediet en aanvaardt dat de consument, die zijn betalingsachterstand heeft aangezuiverd, opnieuw het krediet volgens de oorspronkelijk overeengekomen modaliteiten terugbetaalt of met de consument een kredietovereenkomst sluit, bedoeld in artikel VII.3, § 3, 6°, WER;
- ofwel de einddatum werd bereikt van de aanzuiveringsregeling bedoeld in deel V, titel IV, van het Gerechtelijk Wetboek;
De regularisatie moet binnen 8 werkdagen volgend op de vaststelling van het in gebreke blijven van de betaling zoals bedoeld onder arr. 5 of van de regularisatie, ter kennis gebracht worden aan de Centrale voor Kredieten aan Particulieren (KB van 23 maart 2017, art. 7).
Volgens het verslag aan de Koning:
Er kan bij regularisatie echter enkel worden uitgegaan van bedragen die moeten betaald worden aan de kredietgever of de hiermee gelijkgestelde personen. Dit is bijvoorbeeld niet altijd het geval voor schattingskosten. Premies voor brandverzekering of schuldsaldoverzekering dienen hier in principe uitgesloten te worden. De kredietgever kan immers onmogelijk weten of aan dergelijke kosten, die aan derde partijen verschuldigd zijn en dienen betaald te worden, werden voldaan. Verder zal er wel degelijk rekening moeten worden gehouden met de niet-betaling van schattingskosten die door de consument verschuldigd zijn aan de interne schatters die werkzaam zijn bij de kredietgever. Bij wedersamenstelling van kapitaal zal er registratie van een betalingsachterstand zijn op basis van niet betaling van de vervallen intresten.