KB JKP, Art. 2, 3° : overbruggingskrediet

De bepaling

Koninklijk Besluit JKP, Art. 2, 3°:

Een hypothecaire kredietovereenkomst die hetzij voor onbepaalde duur geldt, hetzij binnen twaalf maanden moet worden afgelost, en die door de consument als tijdelijke financieringsoplossing wordt gebruikt terwijl hij de overstap maakt naar een andere financiële regeling voor het onroerend goed;

Ontstaan

Deze definitie is rechtstreeks ontsproten uit richtlijn 2014/14/EU betreffende het hypothecair krediet die ook de benaming "crédit relais" (in het Frans, art.4, 23°) gebruikt. Artikel 3.3, d), laat het de Lidstaten de vrijheid om de richtlijn al dan niet toe te passen op het overbruggingskrediet.

Het verslag aan de Koning voorafgaand aan het KB JKP verduidelijkt:

Het gebruik van de definitie van "overbruggingskrediet" en de omzetting ervan is problematisch onder meer omdat de Europese definitie niet voorziet in een bijzondere regeling met betrekking tot de aflossing van overbruggingskredieten die de termijn van 12 maanden overschrijden. Een overbruggingskrediet van bepaalde duur met een aflossingstermijn van bij voorbeeld 13 maanden zou derhalve uit de boot vallen waardoor dit soort krediet, voor wat de berekening van het JKP betreft, onder de algemene toepassingsregelen zou vallen. De Europese Commissie werd hierover bevraagd en stelde in haar antwoord het volgende : "bridging loans are defined in the MCD for two purposes : the first one is the possible exemption foreseen in Article 3, the second one is for calculating their APRC given their specificities. A bridging loan is defined either as a loan with no fixed duration or with a duration of less than 12 months. Loans that are of a fixed duration longer than 12 months are therefore not considered as 'bridging loans' under the MCD. This has two implications : first such loan would not fall under the possible exemption foreseen under Article 3 and second, the calculation of the APRC for such loan would not use assumption (j)".

M.a.w., een overbruggingskrediet met een aflossingstermijn van 13 maanden en meer volgt, voor wat de berekening van het JKP betreft, het algemene regime van de "normale" kredietovereenkomsten. Doorgaans zal dat tot een zelfde resultaat leiden als het bijzondere regime van "overbruggingskrediet" gelet op de veronderstellingen van de artikelen 4, §§ 1, eerste lid en 2, 1° van dit ontwerpbesluit die voorzien dat het krediet integraal wordt terugbetaald op het einde van de termijn bepaald in het contract en dat het onmiddellijk integraal werd opgenomen (als er keuzevrijheid is). Het voorbeeld 34 in bijlage 1 bij dit besluit is een voorbeeld van dergelijke kredietovereenkomst. Drie randopmerkingen hierbij :(1) de richtlijn is niet duidelijk met betrekking tot de looptijd van het contract zelf, enkel dat er moet terugbetaald worden binnen een welbepaalde periode van twaalf maanden; (2) een wederopneming is derhalve niet uitgesloten en (3) het gaat hier enkel om hypothecaire kredieten en niet consumentenkredieten; de voorgestelde definitie werd op dat vlak verduidelijkt. Overigens kent men in België geen overbruggingskredieten van onbepaalde duur.

Het overbruggingskrediet is een tijdelijk hypothecair krediet

Het overbruggingskrediet is vooreerst een hypothecair krediet. Het is vervolgens ook een krediet dat een tijdelijk financieringsmiddel is. Het wordt toegekend in afwachting van een andere financiële oplossing die het toelaat dit af te sluiten, vandaar de benaming ervan: het krediet dient als een overbrugging tussen de actuele situatie en de toekomstige situatie. Het voorbeeldgeval is het overbruggingskrediet dat strekt tot de aankoop van een onroerend goed waarbij de verkoop van een ander goed, die nog niet werd voltrokken, het mogelijk zal maken om het krediet gedeeltelijk of volledig terug te betalen. Van zodra het gaat om het vinden van een andere financiële oplossing voor een onroerend goed, betreft het een hypothecair krediet met onroerende bestemming.

Het overbruggingskrediet kan van onbepaalde duur zijn. Als het van bepaalde duur is, mag het de duur van 12 maanden niet overschrijden.

De berekeningshypothese

Het overbruggingskrediet maakt het voorwerp uit van bijzondere hypotheses voor de berekening van het JKP: het kredietbedrag wordt geacht in het geheel te zijn afgenomen voor de gehele duur van de kredietovereenkomst. Als de duur van het krediet niet gekend is, berekent men het effectieve jaarlijks kostenpercentage uitgaande van de hypothese dat de duur van het krediet 12 maanden bedraagt (KB JKP art. 4, § 2, 4°). De voorbeelden 35 en 36 hernemen de berekeningshypotheses voor de overbruggingskredieten.

Back to top