Het kredietbedrag

Definitie

Artikel I.9, 65° - Kredietbedrag

Het plafond of de som van alle bedragen die op grond van een kredietovereenkomst beschikbaar worden gesteld.

Commentaar

Ontstaan

De definitie werd ingevoerd door de wet van 13 juni 2010 en is afkomstig van art. 3, l), van de richtlijn 2008/48/EG (totaal bedrag van het krediet). Het werd, zonder wijziging, hernomen bij de omzetting naar het WER. De Memorie van toelichting van de wet van 2010 verduidelijkt:

Bij een bevraging door de Raad van State werd aangegeven dat het begrip «kredietbedrag» reeds bestaat in de huidige wetgeving, dit begrip algemeen gangbaar is geworden, noch in de rechtspraak noch in de rechtsleer wordt betwist en perfect overeenstemt met de ratio legis van de richtlijn. Daarentegen geeft het woord «totaal» zoals het voorkomt in de richtlijn, de indruk dat het zou gaan om de som van alle kredietopnemingen die een consument zou kunnen verrichten, wat bij bv. een revolving credit niet het geval is. Dit was trouwens ook nooit de bedoeling van de Europese regelgever. Om deze redenen wordt voorgesteld om het bestaande begrip “kredietbedrag” te weerhouden…

Betekenis

Het kredietbedrag is een plafondbedrag of een som van bedragen. Het is het maximum plafons dat de consument kan opnemen in het kader van een kredietopening maar het is ook de totale som dat de kredietgever hem heeft overgemaakt in het kader van een lening op afbetaling.

Het kredietbedrag moet in het bijzonder vermeld staan in de reclame die een rentevoet of cijfers m.b.t. de kost van het krediet bevat, in de precontractuele informatie, in de kredietovereenkomst waarin het bedrag voor de kredietopeningen bovendien in letters handgeschreven door de consument moet staan ( bij gebreke waaraan men het door de consument totaal verschuldigde bedrag niet kan aantonen) etc.

De wijziging van het kredietbedrag impliceert de toepassing van de rigoureuze solvabiliteit evaluatieprocedure (art. VII.77, 3e lid en VII.133, § 1, 5e lid). In principe moet het kredietbedrag uitsluitend per overschrijving ter beschikking van de consument worden gesteld (art. VII.90 en VII.147/3). Het is dit begrip dat gebruikt wordt om de overschrijding te bepalen.

Voor de financieringshuur, is het kredietbedrag, de prijs in contanten van het goed dat in huur wordt gegeven onder aftrek van het BTW bedrag (art. VII.81). Men dient hierbovenop de prijs van de aanvullende diensten op te tellen, als zij in financiering worden aangeboden (Ibid).

Het kredietbedrag mag geen kosten of interesten omvatten

Voor de berekening van het JKP vergelijkt men enerzijds het kredietbedrag en anderzijds het totaal verschuldigde bedrag. Het totaal verschuldigde bedrag omvat alle door de consument betaalde kosten en interesten. Het hof van Justitie heeft zich over deze begrippen uitgesproken door te oordelen dat:

“het totale kredietbedrag en het bedrag van de kredietopneming alle aan de consument beschikbaar gestelde bedragen omvatten. Hieronder vallen derhalve niet de bedragen die door de kredietgever worden bestemd voor de betaling van de aan het betrokken krediet verbonden kosten en die niet daadwerkelijk worden uitbetaald aan die consument.”

Volgens het hof vloeit hieruit voort dat: “in het totale kredietbedrag” en meer bepaald “geen van de bedragen worden opgenomen die bestemd zijn voor de nakoming van de uit hoofde van het betrokken krediet overeengekomen verbintenissen, zoals administratiekosten, rente, commissielonen en alle andere vergoedingen van welke aard ook, die de consument moet betalen”. Het Hof voegt hieraan toe: “dat de onwettige opneming in het totale kredietbedrag van bedragen die deel uitmaken van de totale kosten van het krediet voor de consument, noodzakelijkerwijs tot gevolg zal hebben dat het JKP wordt ondergewaardeerd, aangezien de berekening van het JKP afhankelijk is van het totale kredietbedrag” (HVJ, 21 april 2016, Zaak. C-377/14, Radlinger).

Back to top