Gedeelde vermogenskredietovereenkomst

Definitie

Artikel I.9, 87° - Gedeelde vermogenskredietovereenkomst

Een kredietovereenkomst waarbij het af te lossen kapitaal is gebaseerd op een contractueel vastgesteld percentage van de waarde van het onroerend goed op het tijdstip van de kapitaalaflossing of -aflossingen.

Commentaar

De gedeelde vermogenskredietovereenkomst die zich enkel voordoet voor de hypothecaire kredieten, is een oorspronkelijk Anglo-Saksische constructie, met doorgaans een intentie van liefdadigheid, middels dewelke twee partijen (bv. ouders en een kind) een onroerend goed verwerven door de last van de terugbetaling van het krediet, de bezettingskosten en het voordeel van de te verwachten meerwaarde onder hen te verdelen. Deze investeringsvorm wordt gebruikt wanneer één van de kopers niet over voldoende middelen beschikt om alleen te kopen. Een van de partijen komt tussen als lener-investeerder daar waar de andere de lener-bezetter is. Deze laatste betaalt een deel van het krediet en alle lopende kosten van het onroerende goed. Geen enkele wettelijke bepaling beoogt uitdrukkelijk dit type van krediet.

Volgens de Memorie van toelichting van de wet van 22 april 2016 (omzetting van de richtlijn hypothecair krediet): De bepalingen onder 86° en 87° hernemen de bepalingen onder artikel 4, 24° en 25° van de richtlijn en betreffen eigenlijk Angelsaksische rechtsfiguren bekend onder de benaming “contingent liability or guarantee” en “shared equity-kredietovereenkomst” die weinig of niet gekend zijn in België. Ze worden opgenomen met het oog op de berekening van het jaarlijkse kostenpercentage maar het is uiterst twijfelachtig of ze bv. beantwoorden aan de criteria gesteld in de artikelen VII.130 en VII.133 van het WER. (Parl. St., Kamer, Zitt. 54, 1685/001, bl.12-13).

Voor de berekening van het JKP, art.4, § 2, 11° van het KB JKP (14 september 2016) bepaalt: 12 in het geval van gedeelde vermogenskredietovereenkomsten (zgn. "shared equity-overeenkomsten"):
a) worden de aflossingen door de consumenten geacht op de laatste krachtens de kredietovereenkomst geoorloofde datum of data plaats te vinden;
b) het percentage van de waardestijging van het onroerend goed dat de gedeelde vermogenskredietovereenkomst (shared equity-kredietovereenkomst) dekt, en elk percentage van de inflatie-index waarnaar in de overeenkomst wordt verwezen, worden verondersteld gelijk te zijn aan een percentage gelijk aan de hoogste van twee waarden, namelijk het huidige inflatiestreefcijfer van de centrale bank en het inflatiepeil in de lidstaat waar het onroerend goed op het tijdstip van het sluiten van de kredietovereenkomst is gelegen, dan wel aan 0 % indien deze percentages negatief zijn.

Back to top