Lombardekrediet

Definitie

(geen wettelijke definitie).

Commentaar

Principe

Het Lombard krediet is een krediet dat wordt toegekend aan de consument die beschikt over een portefeuille van roerende waarden die geplaatst zijn bij de kredietgever als borgsom. Het bedrag van het krediet heeft rechtstreeks verband met de –veranderlijke- waarde van de portefeuille. Dit krediet wordt doorgaans aangewend om investeringen te verrichten in financiële instrumenten of om een krediet te waarborgen voor de aankoop van een onroerend goed (bv. zonder een hypothecaire zekerheidstelling).

De kredietgever kan overgaan tot het ten gelde maken van de borgsom wanneer de consument in gebreke blijft om het krediet op de vervaldag terug te betalen. Het Lombard krediet kan worden toegekend onder de vorm van een lening op afbetaling maar wordt het meeste toegekend onder de vorm van een kredietopening. Deze kredietvorm laat de consument-investeerder toe om op datum van zijn keuze de terugbetaling te verrichten en om het gebruik van het krediet te veranderen in functie van de beursbewegingen.

Maximumbedrag van het krediet en veranderlijkheid van de waarde van de borgsom

Wanneer het gaat om een kredietopening, laat de administratie toe dat het kredietbedrag verandert in functie van de waarde van de portefeuille die als borg werd gegeven als deze waardebepaling gebeurt op basis van objectieve en van de partijen onafhankelijke criteria.

Het is zodus toegelaten om te voorzien dat de consument het kredietgebruik dient te beperken of bijkomende waarborgen dient te verstrekken bij een waardedaling van de portefeuille. Het kredietbedrag kan echter niet het initieel overeengekomen maximumbedrag overschrijden. Men mag geen andere uitdrukkelijke ontbindende bepalingen voorzien dan degenen die uitdrukkelijk door het Wetboek worden toegelaten. Het gebruik van de kredietopening buiten de grenzen van het maximumbedrag dat werd toegekend door de overeenkomst naast de waarde van de portefeuille zal dus moeten worden beschouwd als een overschrijding.

Het Lombard krediet en de investeringsdiensten

Het Lombard krediet kan gepaard gaan met verrichtingen die als investeringsdiensten kunnen worden gekwalificeerd (koop-verkoop van waardepapieren, raadgeving of beheer van de portefeuille) en kan gerealiseerd worden door de kredietgever.

Artikel 27bis, § 7 van de wet van 2 augustus 2002 het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten., gewijzigd door het koninklijk besluit van 27 april 2007, verduidelijkt in dit kader: Indien een beleggingsdienst wordt aangeboden als onderdeel van een financieel product dat reeds onder andere bepalingen van het recht van de Europese Unie betreffende kredietinstellingen en consumentenkredieten inzake informatievereisten ressorteert, zijn de verplichtingen van paragrafen 1 tot 6 niet eveneens van toepassing op deze dienst.

Deze bepaling sluit een gecumuleerde toepassing van het WER en art. 27 van de wet van 2 augustus 2002 uit. Een bijzonder regime wordt voorzien wanneer het krediet en de investeringsdiensten door dezelfde instantie wordt uitgevoerd. Dit gedeeltelijk regime (dat vrij zwaar is) wordt hernomen onder art. VII.3, § 3, 5° dat als volgt bepaalt: In die gevallen zorgt de kredietinstelling of de beleggingsonderneming ook, met betrekking tot het gebruik van het krediet, voor de naleving van de regels bedoeld in artikel 27 van de wet van 2 augustus 2002 (Zie de commentaar op art. VII.3, § 3, 5°).

Advies van de administratie

  • Wij vestigen uw aandacht op het feit dat een kredietopening van het type"Lombard", krachtens welke een krediet wordt verleend aan de consument voor zijn persoonlijke investeringsnodenmet als zekerheid de roerende waarden die geplaatst zijn op de effectenrekening van de klantwordt gedoogd in het licht van artikel 31 van de WCK. Dit gedogen blijft bestaan voor zover de consument een totale vrijheid van keuze heeft bij de aankoop van financiële producten en hij dus niet gedwongen wordt om enkel en alleen producten te kopen die in de handel worden gebracht door de bank.

    Bovendien is het noodzakelijk en van het grootste belang dat hetter beschikking gestelde kredietbedrag, vermits het variabel is, omkaderd wordt door een maximumbedragdat wordt geleend aan de consument, waarbij het geleende bedragschommelt in functie van de schommeling van de waarde van deportefeuille van de klant. Deze mogelijkheid van schommeling moet duidelijk uitgelegd worden aan de klant en moet omkaderd worden door nauwkeurige en objectieve regels die aan de klant worden medegedeeld binnen de overeenkomst of binnen een aangehecht document. In ieder geval moet de aandacht van de klant overeenkomstig de ratio legis van de WCK en het beginsel van "responsible lending" worden gevestigd op het risico dat dit soort verrichting voorstelt.

    Ten slotte kan van de consument uiteraard niet worden geëist dat het reeds geleende gedeelte van het bedrag dat de tegenwaarde van zijn tegoeden bij de bank zou overschrijden, wordt terugbetaald, onder voorbehoud van de algemene veronderstellingen die worden bepaald in artikel 29 van de WCK.

  • Het Lombard krediet en art. VII.87, § 2 (verbod om bij het sluiten van een kredietovereenkomst, van de consument te bedingen om het ontleende kapitaal, geheel of gedeeltelijk, in pand te geven): ZIe PV opgesteld door de economische inspectie
  • De administratie heeft een overeenkomst aanvaard die volgende bedingen bevatte:

    • Het maximale gebruik van de kredietopening op ieder willekeurig ogenblik hangt af van de waarde van de effecten en/of de activa die als dusdanig zijn gedeponeerd en in onderpand gegeven, volgens de hieronder vermelde voorwaarden, beperkingen en modaliteiten. Tijdens de duur van de overeenkomst van een lombardkrediet wordt de waarde van de effecten en/of de activa die als dusdanig zijn gedeponeerd, dagelijks bepaald en herberekend volgens de objectieve criteria vermeld in bijlage A en de Klant dient erop te letten dat het gebruik dat van de kredietopening wordt gemaakt, nooit de vastgelegde waarde van de verpande effecten overschrijdt.

    • De effecten en/of andere activa die zijn verpand en gedeponeerd bij de kredietgever vormen de "borgsom". De klant dient erop te letten dat het gebruik dat van de kredietopening wordt gemaakt nooit de vastgelegde waarde van de borgsom overschrijdt.

    • Tijdens de duur van de overeenkomst van een lombardkrediet, wordt de waarde van de borgsom dagelijks bepaald en herberekend. Deze waardebepaling wordt uitgevoerd volgens objectieve criteria die in bijlage A zijn vastgelegd.

    • Indien niet aan de borgsom verplichting wordt voldaan, zal de klant daarover worden ingelicht door de kredietgever via een gewone brief, telefoon, fax of via een andere elektronische communicatievorm opdat deze de mogelijkheid heeft het gebruik te regulariseren door zelf effecten te verkopen, door het bijkomende effecten te deponeren die geschikt zijn om als borgsom te dienen, of door de kredietgever onmiddellijk toestemming te geven om een bepaald deel van de onderpand te verkopen, onverminderd de eventuele toepassing van artikel 5 §2 van het koninklijk besluit nr. 62 van 10 november 1967, in geval van schending van de verplichting om het maximaal toegestane gebruik niet te overschrijden, gezien de borgsom die in onderpand is gegeven. Er wordt uitdrukkelijk overeengekomen dat het gebruik van een van deze mogelijkheden geen afbreuk doet aan het bestaan van de huidige kredietopening en meer bepaald niet resulteert in een ontbinding of verbreking van deze kredietopening en ook niet resulteert in een termijnverval, dat alles zonder afbreuk aan de wettelijke bepalingen inzake de ontbinding van een kredietovereenkomst of de opschorting van opnemingen bij uitvoering van artikel 59 §3.

Back to top