Kredietopening

Definitie

Artikel I.9, 49° - Kredietopening

Elke kredietovereenkomst, ongeacht de benaming of de vorm, waarbij koopkracht, geld of gelijk welk ander betaalmiddel ter beschikking wordt gesteld van de consument, die ervan gebruik kan maken door een of meerdere kredietopnemingen te verrichten onder meer met behulp van een betaalinstrument of op een andere wijze, en die zich ertoe verbindt terug te betalen volgens de overeengekomen voorwaarden.
Als het niet mogelijk is om een wederopneming te doen tenzij mits een voorafgaand akkoord met de kredietgever of mits de naleving van andere voorwaarden dan degene die initieel waren overeengekomen, dan wordt deze wederopneming beschouwd als een nieuwe kredietovereenkomst.

Ontstaan van de definitie

Commentaar

De meest voorkomende kredietvorm wegens de soepelheid in het gebruik ervan

De kredietopening is de kredietvorm die het meest wordt gebruikt. Het succes ervan is te danken aan de flexibiliteit die de consument geniet. Het staat hem vrij krediet op te nemen of niet, hij kan zijn kredietopnemingen in diverse vormen doen (geld afhalen, geld overschrijven van op een rekening, rechtstreekse aankoop middels een kaart, ...), hij kan het krediet nadien opnieuw opnemen na gedeeltelijke terugbetalingen te hebben verricht. Hij heeft eveneens de vrijheid om op de datum van zijn keuze het bedrag terug te betalen en, wanneer betaaltermijnen zijn voorzien, worden ze meestal beschouwd als minima. De kredietopening wordt bijvoorbeeld door banken en uitgevers van kredietkaarten toegestaan, maar vaak ook door verkopers (zoals grote winkelketens) die ofwel rechtstreeks als kredietgevers handelen ofwel tussenkomen als kredietbemiddelaars om een consument te doen inschrijven op een kredietopening bij een aankoop of bij de betaling aan de kassa van een grootwarenhuis.

Kredietopening, mogelijkheden tot debetstand en overschrijdingen

Richtlijn 2008/48/EG bevat een algemene definitie van de kredietovereenkomst en bijzondere definities voor de mogelijkheden tot debetstand en overschrijdingen. Echter, bestaat er geen algemene definitie van de kredietopening. De mogelijkheden tot debetstand en overschrijdingen zijn kredietopeningen die worden toegekend in rekening courant. Het zijn dus kredietopeningen die door kredietinstellingen worden toegekend (zijnde de banken). De memorie van toelichting van de wet van 13 juni 2010 verduidelijkt in dit kader:De geoorloofde debetstand op de rekening wordt beschouwd als een soort kredietopening die betrekking heeft op de voorschotten in rekeningcourant op een zichtrekening verstrekt door kredietinstellingen met uitsluiting van bv. de rekeningen die worden aangehouden door postorderbedrijven of kredietkaartmaatschappijen (…).De overschrijding moet beschouwd worden als een bijzondere vorm van “geoorloofde” debetstand en valt tevens binnen de algemene noemer van de kredietopening. Bij de omzetting, heeft de wetgever ervoor gekozen om de algemene definitie van de kredietopening te behouden, ondanks bepaalde kritieken van de raad van State en om het bijzondere regime toe te passen van de mogelijkheid tot debetstand en overschrijdingen op alle kredietopeningen. De wetgever is vertrokken van de beschouwing dat de kredietopeningen die geen mogelijkheid tot debetstand en overschrijdingen zijn, geen geharmoniseerde materie is; het was in zijn macht om het door de richtlijn voorziene regime uit te breiden op deze andere kredietopeningen (zie de memorie van toelichting).

Kredietopening en vrijheid van terugbetaling

De uitdrukking " [de consument] ... die gehouden is om op datum naar keuze terug te betalen werd in de initiële definitie van art. 1, 12° van de WCK. Dit onderdeel werd geschrapt door de wet van 24 maart 2003. De bedoeling van de wetgever bestond er in om te vermijden om de illusie te creëren dat de consument beschikte over een absolute vrijheid om terug te betalen wanneer hij maar wil. Maar, als deze vrijheid effectief zou bestaan in de kredietopening, is het niet noodzakelijkerwijze absoluut. De beperkingen ervan zijn vastgesteld bij wet (zie de nulstelling) en in bepaalde gevallen, door de overeenkomst ( verplichting tot regelmatige minimum terugbetalingen).

Niettegenstaande deze wijziging, blijft het principe bestaan dat één van de karakteristieken van de kredietopening de vrijheid is om geld op te nemen en terug te betalen, wat deze kredietvorm onderscheid van degenen waarbij het mogelijk is om een aflossingstabel te voegen aan de kredietovereenkomst. Het is hierdoor dat er, sinds de hervorming van de wet van 13 juni 2010, in de wettekst werd verduidelijkt dat de consument over het recht beschikt om een kredietopening op elk moment terug te betalen en dat er geen enkele schadevergoeding kan worden gevorderd bij de terugbetaling. De consument beschikt altijd over het recht om geen opname te doen van het bedrag van de kredietopening en kan dus op elk moment een teruggave van het geleende bedrag verrichten. In voorkomend geval, zal de consument echter gehouden blijven om de contractueel voorziene kosten voor de kredietopening te dragen, ongeacht het gebruik ervan, zoals bijvoorbeeld de kosten m.b.t. de betaalinstrumenten die aan de consument worden gegeven.

Minimum terugbetalingen en nulstelling

Wanneer er periodieke betalingen zijn overeengekomen in een kredietopening, gaat het om minimum bedragen die vaak berekend worden op basis van een percentage van het gebruikte krediet. Deze betalingen zijn niet bedoeld om het krediet af te schrijven binnen een bepaalde termijn maar eerder om de normale en geautomatiseerde functionering van het krediet te waarborgen, dat opeenvolgende opnames en terugbetalingen veronderstelt. Voor de kredietopeningen met periodieke terugbetalingen bepaalt art. 14 van het koninklijk besluit van 14 september 2016 de minimum bedragen in functie van de periodiciteit van de terugbetalingen en de grootte van het krediet. Dezelfde bepaling bepaalt voor alle kredietopeningen (met of zonder periodieke terugbetalingen) een maximum termijn waarbinnen de kredietopening dient teruggesteld te worden op nul, zelfs als er vervolgens nog nieuwe opnames kunnen worden verricht. Deze minima en deze maximum termijnen zijn zowel op het consumentenkrediet als op het hypothecair krediet van toepassing. De termijn voor de nulstelling strekt er toe om de permanente schuldenlast van de consumenten te bestrijden.

De nulstelling wordt becommentarieerd onder art. VII.95.

Contracten van onbepaalde duur

De kredietovereenkomsten van onbepaalde duur zijn quasi exclusief kredietopeningen. Bij de hervorming van de wet van 13 juni 2010, werden de ontbindingsvoorwaarden van deze overeenkomsten en het schorsingsrecht van de opnames samengebracht in de twee paragrafen van art. 33 ter, die van toepassing werden verklaard op alle kredietovereenkomsten maar (voor paragraaf 2 in elk geval), voornamelijk van toepassing op kredietopeningen. Art. 33 ter is art. VII.98 geworden voor wat betreft de consumentenkredieten en art. VII.147/13, voor wat betreft de hypothecaire kredieten (maar de eerste paragraaf is slechts van toepassing op de kredietovereenkomsten met roerende bestemming).

Een intuitu personae contract?

Er werd doorgaans ervan uitgegaan dat de kredietopening een intuitu personae had. Het is toegelaten te betwijfelen dat dit nog steeds het geval is voor de consumenten kredietopening, product van grote distributie, die niet werkelijk de persoon zelf in aanmerking neemt maar eerder de terugbetalingscapaciteiten. Deze capaciteit wordt geobjectiveerd aan de hand van methodes die op een gestandardiseerde manier op alle consumenten worden toegepast. De kredietgever kan slechts een ontbindende voorwaarde koppelen aan deze terugbetalingscapaciteit, binnen de grenzen bepaald door de wet inzake de geldigheid van de ontbindende bepalingen (VII.105 et VII.147/20)

Vooral met behulp van een betaalinstrument

zie de commentaar op het begrip betalingsinstrument zie de commentaar op het begrip betalingsinstrument

Nieuw akkoord van de kredietgever en opening van een kader-krediet

Als het niet mogelijk is om een weder opneming te doen tenzij mits een voorafgaand akkoord met de kredietgever of mits de naleving van andere voorwaarden dan degene die initieel waren overeengekomen, dan wordt deze weder opneming beschouwd als een nieuwe kredietovereenkomst.. De definitie tracht door deze precisie de opening van kader-kredieten die frequent gebruikt worden wanneer het krediet wordt toegekend met een hypothecaire zekerheid van het begrip van kredietopening uit te sluiten. Deze techniek laat toe om de dekking van de zekerheid op de toekomstige kredieten uit te breiden, zonder een nieuwe hypotheek te moeten in te schrijven.

Zie de commentaar op het begrip van de opening van het kader-krediet

Commissie op het niet opgenomen krediet

Naar aanleiding van de wet van 13 juni 2010 werd er een nieuw verbod ingevoerd. Art. VII.85 bepaalt dat elk beding in de kredietovereenkomst dat de kredietgever toelaat om een vergoeding te vragen aan de consument wanneer hij het toegestane kredietbedrag niet geheel of gedeeltelijk heeft opgenomen, voor niet geschreven wordt gehouden. Een gelijkaardige bepaling bestaat voor het hypothecair krediet met roerende bestemming (VII.140, eerste lid). Zij wordt toegelaten voor een maximale duur van twee jaar voor de hypothecaire kredietovereenkomsten met onroerende bestemming (VII.140, tweede lid).

Credit roll-over - straight loan

Onder de kredietopeningen die in commerciële aangelegenheden worden gebruikt, worden kredieten soms als roll-over of straight loans gekwalificeerd. Het gaat om kredieten die zijn toegekend in de vorm van een kapitaal dat gedurende een bepaalde tijd, doorgaans een korte termijn, ter beschikking van de ontlener wordt gesteld. Bij het einde van de termijn is de ontlener er toe gehouden om het kapitaal terug te betalen, zolang het krediet niet wordt verdergezet voor een nieuwe bepaalde duur. Van zodra er geen geldovermakingen meer zijn die nieuwe opnames mogelijk maken en het in principe niet mogelijk is voor de ontlener om buiten de overeengekomen termijn terug te betalen, beantwoorden deze technieken niet aan de definitie van kredietopening in de zin van het WER. Als deze overeenkomst vorm wordt gebruikt met een consument, zal het een lening op afbetaling met afschrijvingen enkel in kapitaal (bullet) betreffen of een sui generis overeenkomst zijn.

Het roll-over krediet die zich voordoet in de vorm van opeenvolgende kredieten van korte termijn onderscheidt zich van het revolving krediet date en opeenvolging van opnames veronderstelt binnen dezelfde kredietopening.

De administratie beschouwd dat, rekening houdend met de vereisten van de wetteksten, het niet mogelijk is om een nieuwe krediet toe te kennen onder de vorm van opeenvolgende straights loans. Inderdaad komt deze formule neer op het sluiten van een kredietovereenkomst die verschillende anderen omvat. Echter dient de totstandkoming van de kredietovereenkomst een strikt formalisme na te leven dat er toe strekt om de consument bewust te maken van de verplichtingen die hij onderschrijft. In de formule van de kredietopening in de vorm van opeenvolgende straight loans wordt dit formalisme genegeerd. Tenslotte lijkt de techniek ook tegengesteld aan art. VII.87 dat het verbod oplegt om om de consument te verplichten in het raam van het sluiten van een kredietovereenkomst een andere overeenkomst te ondertekenen bij de kredietgever, de kredietbemiddelaar of een door hen aangewezen derde.

Onderscheid tussen kredietopening en lening op afbetaling

Lening of verkoop op afbetaling

Kredietopening

Periodieke betalingen

Vrijheid van terugbetaling (maar minimum terugbetalingen kunnen worden voorzien)

Vaste betaaltermijnen gedurende de uitvoering van de overeenkomst

Onregelmatige betalingstermijnen

Geen mogelijkheid om nieuwe kredietopnames te doen

Mogelijkheid van opnames ten belope van de verrichte betalingen verricht door de consument en binnen de grenzen van het toegekend kredietbedrag

De interesten worden a priori berekend en geïntegreerd in de betaaltermijnen

De interest worden berekend in functie van het effectieve gebruik van het krediet

Over de keuze tussen deze tweekredietvormen, zie VII.75 raadgevingsplicht : Bij voorbeeld, indien de kredietaanvragers maandelijks een vast inkomen en vaste lasten hebben zonder dat er elementen voorhanden zijn dat hierin binnen een korte termijn verandering zou komen, is een lening op afbetaling de best aangepaste kredietvorm voor de financiering van de eenmalige aankoop van een tweedehandsvoertuig (Burssel, 29 maart 2012, RAGB, 2012/171152 met noot F. BONNARENS).

Advies van de administratie

"Overbruggingskrediet": Het overbruggingskrediet waarbij de consument onmiddellijk over het volledige kredietbedrag beschikt (hij kan dus geen onderscheiden kredietopnemingen verrichten) en zich ertoe verbindt dit bedrag in één keer terug te betalen aan het einde van de overeenkomst is geen kredietopening. Afhankelijk van het geval gaat het over een lening op afbetaling of een overeenkomst sui generis. Sinds de wet van 22 april 2016, is het overbruggingskrediet dat er toe strekt om de verwerving van zakelijke onroerende rechten te verwerven, een hypothecair krediet met onroerende bestemming.

Back to top