Vaste debet rentevoet

 

 

Definitie

 

Artikel I.9, 45°, Vaste debetrentevoet

de debetrentevoet voorzien door een bepaling in de kredietovereenkomst waarbij de kredietgever en de consument voor de volledige duur van de kredietovereenkomst een enkele debetrentevoet of voor deeltermijnen verschillende debetrentevoeten overeenkomen waarvoor uitsluitend een vast specifiek percentage wordt gebruikt;

Bespreking

Deze definitie verschijnt naar aanleiding van de wet van 13 juni 2010 die de richtlijn 2008/48/EG omzet. De definitie uit de richtlijn wordt gedeeltelijk omgezet in artikel I.9, 45° en gedeeltelijk in artikel VII.86, §6 WER.

De vaste debetrentevoet verschilt van de variabele rentevoet in die zin dat hij vermeld wordt in de leningsovereenkomst (of in het kredietaanbod in het geval van een hypothecair krediet) voor de duur van de overeenkomst. In het geval van een variabele debetrentevoet kan alleen de initiële debetrentevoet in het contract worden gespecificeerd. De variabele debetrentevoet kan niet worden gewijzigd tijdens een periode, bijvoorbeeld tijdens het kwartaal als de wijziging driemaandelijks is of tijdens het jaar als de wijziging jaarlijks is. In het geval van een hypothecair krediet mag het tijdens het eerste jaar niet veranderen (artikel VII.143, § 3, 2° WER).

Uit deze definitie volgt:

  1. dat de vaste debetrente degene is waarvan het percentage precies in het contract wordt vermeld, terwijl de variabele rente degene is waarvan het percentage zal worden bepaald volgens een willekeurig element buiten de controle van de partijen, omdat anders de kredietovereenkomst niet kan worden gewijzigd, eenzijdig of in onderling overleg. Als het contract voorziet in een variabel tarief, kan dit alleen worden opgenomen in het contract voor de eerste berekeningsperiode. Voor volgende periodes is het tarief alleen te bepalen (en zal worden bepaald in overeenstemming met de voorwaarden en externe indices die in het contract zijn voorzien).
  2. Wanneer de rentevoeten in de overeenkomst zijn vastgesteld, zijn de bepalingen van het Wetboek die de schommeling van de rentevoeten omkaderen, nietvan toepassing.

Er kunnen ook meerdere vaste of veranderlijke debetrentevoeten overeengekomen worden in functie van een bepaald opname- of terugbetalingsschema. Bijv. bij een kredietopening kunnen – gelijktijdig - meerdere vaste of veranderlijke debetrentevoeten i.f.v. een bepaalde aankoop (kredietopname) overeengekomen worden. In dat geval dient voor de berekening van het JKP de debetrentevoet genomen te worden die leidt tot het hoogste JKP (“worst case scenario”), zie ook de guidelines van de EC op p. 37 en 38.

Het is mogelijk om in eenzelfde overeenkomst een vasteen een variabele rentevoet te bepalen voorverschillende periodes op voorwaarde dat de specifieke regels van beide rentevoeten worden toegepast.

Gevolg voor de berekening van de vergoeding in geval van vervroegde terugbetaling: Als een gedeeltelijke of gehele vervroegde terugbetaling valt in een periode zonder vaste debetrentevoet (dus in een periode met een veranderlijke debetrentevoet), dan mag de kredietgever geen vergoeding vragen voor die vervroegde terugbetaling (artikel VII.97, § 4 WER).

Back to top