KB JKP, Art.14

§ 1.

Voor de toepassing van dit artikel moet onder verschuldigd saldo worden verstaan, het nog niet terugbetaalde bedrag der aan de consument toegestane kredietopnemingen met inbegrip van de debetintresten.

§ 2.

Voor alle kredietopeningen die in een periodieke terugbetaling van kapitaal voorzien, dienen minimaal de volgende termijnbedragen te worden betaald:
- ofwel een maandelijks termijnbedrag gelijk aan 1/18de van het verschuldigd saldo indien het kredietbedrag gelijk of lager is dan 5.000 euro;
- ofwel een maandelijks termijnbedrag gelijk aan 1/24ste van het verschuldigd saldo indien het kredietbedrag hoger is dan 5.000 euro en gelijk of lager is dan 10.000 euro;
- ofwel een maandelijks termijnbedrag gelijk aan 1/36ste van het verschuldigd saldo indien het kredietbedrag hoger is dan 10.000 euro;
- ofwel een trimestrieel termijnbedrag gelijk aan 1/6de van het verschuldigd saldo indien het kredietbedrag gelijk of lager is dan 5.000 euro;
- ofwel een trimestrieel termijnbedrag gelijk aan 1/8ste van het verschuldigd saldo indien het kredietbedrag hoger is dan 5.000 euro en gelijk of lager is dan 10.000 euro;
- ofwel een trimestrieel termijnbedrag gelijk aan 1/12de van het verschuldigd saldo indien het kredietbedrag hoger is dan 10.000 euro;
- ofwel een semestrieel termijnbedrag gelijk aan 1/3de van het verschuldigd saldo indien het kredietbedrag gelijk of lager is dan 5.000 euro;
- ofwel een semestrieel termijnbedrag gelijk aan 1/4de van het verschuldigd saldo indien het kredietbedrag hoger is dan 5.000 euro en gelijk of lager is dan 10.000 euro;
- ofwel een semestrieel termijnbedrag gelijk aan 1/6de van het verschuldigd saldo indien het kredietbedrag hoger is dan 10.000 euro,
zonder dat het termijnbedrag lager mag zijn dan ofwel 25 euro, ofwel het verschuldigd saldo indien dit lager zou zijn dan 25 euro.

De maximale terugbetalingstermijn van de termijnbedragen, bedoeld in het voorgaande lid, neemt een aanvang binnen de twee maanden volgend op de kredietopneming, behalve wanneer, overeenkomstig de artikelen VII.91 of VII.147/5, van het Wetboek van economisch recht, het gefinancierde goed of de gefinancierde dienstverlening in de kredietovereenkomst wordt vermeld of wanneer het bedrag van de kredietopneming rechtstreeks door de kredietgever aan de verkoper of dienstverlener wordt gestort, in welk geval de maximale terugbetalingstermijn een aanvang neemt binnen de twee maanden volgend op de kennisgeving bedoeld in deze artikelen

§ 3.

Voor alle kredietopeningen bedoeld in § 1, wordt er een nulstellingstermijn vastgesteld die niet langer mag zijn dan de terugbetalingstermijn die men bekomt bij volledige opneming van het kredietbedrag terugbetaald op basis van een maandelijks termijnbedrag gelijk aan:
1° ofwel 1/12de van het verschuldigd saldo, met een maximale termijn van 60 maanden, wanneer het kredietbedrag gelijk of lager is dan 5.000 euro;
2° ofwel 1/18de van het verschuldigd saldo, met een maximale termijn van 96 maanden, wanneer het kredietbedrag hoger is dan 5.000 euro,
zonder dat het termijnbedrag lager mag zijn dan ofwel 25 euro, ofwel het verschuldigd saldo indien dit lager zou zijn dan 25 euro.
Voor alle overige kredietopeningen wordt er een nulstellingstermijn vastgesteld die niet langer mag zijn dan:
1° twaalf maanden wanneer het kredietbedrag lager dan of gelijk is aan 3.000 euro;
2° zestig maanden wanneer het kredietbedrag hoger is dan 3.000 euro.
De nulstellingstermijn neemt een aanvang binnen de twee maanden volgend op de eerste kredietopneming. De termijn neemt opnieuw een aanvang vanaf de eerste kredietopneming volgend op de laatste nulstelling.

Back to top